Berichtgevingen Aangaande de Ghayb

Het Tweede Punt

 

Met de woorden

مِنَ النَّبِيّٖنَ وَ الصِّدّٖيقٖينَ وَ الشُّهَدَٓاءِ وَ الصَّالِحٖينَ وَ حَسُنَ اُولٰٓئِكَ رَفٖيقًا

beschrijft het vers degenen die op het rechte pad zijn en vereerd worden met de zegeningen van Allah, namelijk de groepen van de profeten, de karavaan van de siddīqīn, de gemeenschap van de shuhedā, en de klasse van de sālihīn en tābiīn. Bovendien wijst het, nadat de meest volmaakte van deze vijf groepen in de islamitische wereld, namelijk de Profeet (saw), expliciet is aangegeven, op hun leiders en hoofden door hun welbekende eigenschappen te noemen. Met een glimp van wonder aangaande de ghayb, specificeert het in één aspect de toekomstige posities van die leiders. 

 

Inderdaad, het woord

مِنَ النَّبِيّٖنَ

verwijst naar de Profeet Muhammed (saw), en het woord

وَ الصِّدّٖيقٖينَ

verwijst naar Ebu Bekr es-Siddīq (ra). Dit geeft aan dat hij de eerste is na de Profeet (saw), de eerste zal zijn om hem (saw) op te volgen als kalief, erkend zal worden binnen de islamitische gemeenschap met de bijzondere titel 'es-siddīq' en geaccepteerd zal worden als het hoofd van alle siddīqīn.

 

Het woord

وَالشُّهَدَٓاءِ

verwijst gezamenlijk naar Omar, Othman en Ali (ra). Het wijst erop dat de drie van hen na Ebu Bekr es-Siddīq (ra) de kalief zouden worden. Het verkondigt eveneens dat ze ook shehīd zouden worden en dat de deugd die ze hierdoor verwerven toegevoegd zou worden aan hun overige deugden.