Broederschap in de Islam

Antwoord op de derde stelling: als het gaat om de strijd tussen standpunten en opvattingen die gevoerd wordt in naam van gerechtigheid en omwille van de waarheid, is er eenheid met betrekking tot het doel en de essentie. Er bestaan alleen verschillen in de methoden. Door alle aspecten van de waarheid te onthullen, worden gerechtigheid en de waarheid gediend. 

 

Wanneer het echter gaat om de strijd tussen standpunten en opvattingen die gevoerd wordt in naam van de farao-achtige nafs-i emmāra, waar mensen onoprecht en oneerlijk zijn en hun verlangens naar roem willen bevredigen, doen geen waarheidslichten schitteren, maar vuren van verwarring en tweedracht ontstoken. Immers, terwijl het noodzakelijk is eensgezind te zijn in de doelstelling, is er geen enkele opvatting te vinden in de hele wereld die overeenkomt met die van dergelijke individuen. Omdat ze niet handelen in naam van gerechtigheid en waarheid, kunnen ze geen gematigdheid handhaven, wat leidt tot onverzoenlijke verdeeldheid. De huidige wereldsituatie is hiervan een voorbeeld.

 

Tot slot, indien de verheven principes

اَلْحُبُّ لِلّٰهِ

وَالْبُغْضُ فِى اللّٰهِ

وَالْحُكْمُ لِلّٰهِ

niet als basisprincipes van onze handelingen worden genomen, dan zullen tweedracht en verdeeldheid hun plaatsen innemen. Inderdaad, indien men geen

وَالْبُغْضُ فِى اللّٰهِ

وَالْحُكْمُ لِلّٰهِ

zegt, als hij deze basisprincipes niet onder ogen ziet, dan zal hij onrechtvaardig handelen terwijl hij rechtvaardig tracht te zijn.