Broederschap in de Islam

O jij onrechtvaardige mens! Zie nu in wat voor een groot onrecht het is om haat en vijandschap te koesteren jegens jouw gelovige broeder. Immers, wanneer jij kleine stenen waardevoller zou achten dan de stenen van de Kaäba en zou beweren dat deze verhevener zijn dan de berg Uhud, dan zou jij een lelijke dwaasheid begaan.

 

Indien je een gezond verstand hebt, zul je beseffen wat een grote onrechtvaardigheid, onverstandigheid en wreedheid het is om sommige fouten, vergelijkbaar met simpele kiezelstenen die haat en vijandschap veroorzaken tegen een gelovige, te verkiezen boven de vele Islamitische eigenschappen zoals de īmān –die zo eerbiedwaardig is als de Kaäba– en de Islam –die zo verheven is als de berg Uhud–, terwijl deze liefde en saamhorigheid vereisen.

 

Inderdaad, net zoals de eenheid die voortkomt uit īmān de eenheid van de harten vereist, zo vereist ook de eenheid die voortkomt uit geloofsbelijdenis de eenheid in maatschappelijke opvattingen. Je kan inderdaad niet ontkennen dat je een vriendschappelijke verbondenheid hebt met iemand met wie jij samen in dezelfde compagnie dient, en dat bij jou tegenover hem zich een gevoel van kameraadschap ontwikkelt omdat jullie je onder het bevel van één commandant bevinden. Ook zul je een broederlijke saamhorigheid voelen met iemand die uit dezelfde streek of hetzelfde land komt. Echter, met het licht en besef dat de īmān jou verleent, bestaan er zoveel verenigende banden, eendrachtige verbondenheden en broederlijke relaties als het aantal goddelijke namen die eveneens dankzij īmān getoond en verduidelijkt worden.