Dankbaarheid & Hebzucht

In een droom waarin belangrijke waarheden werden onthuld, in het vijfde jaar van De Eerste Wereldoorlog, kreeg ik de volgende vraag voorgelegd: 

 

Wat is de reden voor de honger, het verlies van goederen en financiën, en de fysieke foltering die de moslims hebben ondergaan?

 

In die droom gaf ik het volgende als antwoord: 

 

Allah vroeg van ons een tiende deel van een bepaald type bezit[1] en een veertigste deel van een ander type bezit[2] dat Hij ons heeft geschonken, zodat wij de smeekbedes van behoeftigen konden verkrijgen en onszelf konden beschermen tegen hun jaloezie en afgunst. Echter, vanwege onze hebzucht hebben wij gierig gehandeld en niets afgestaan. Als straf heeft Allah dertig veertigste en acht tiende deel van de verschuldigde zekāt van ons ingevorderd.

 

Bovendien vroeg Hij elk jaar van ons om gedurende één maand te vasten, dat verbonden is met zeventig verborgen wijsheden. Echter, wij hadden medelijden met onszelf en hebben ons niet overgegeven aan dit voorbijgaande en vreugdevolle hongerlijden. Als straf voor deze houding dwong Allah ons om gedurende vijf jaar een soort vasten te ondergaan dat belast was met zeventig verschillende soorten ellende.

 

 

[1] Hiermee wordt een tiende deel van bezittingen zoals tarwe bedoeld die Hij elk jaar schenkt.

 

[2] Hiermee wordt een veertigste deel bedoeld van datgene wat Hij ons eerder eenmaal heeft geschonken, en in ieder geval minstens een veertigste deel van datgene wat een bedrijf of een zaak jaarlijks aan winst oplevert, of wat een kudde dieren aan jonge dieren heeft voortgebracht.