De Miradj (De Hemelreis van de Profeet)

De innerlijke kant van de Miradj bestaat uit de welāya van de Profeet (saw), die voortkomt uit zijn uitzonderlijke dienaarschap. Als vertegenwoordiger van de mensheid steeg hij op tot Allah de Ware. De uiterlijke kant van de Miradj bestaat uit zijn risāla, die de gebeurtenissen van zijn ontmoeting met Allah en zijn terugkeer omvat. Als boodschapper van Allah keerde hij terug naar de mensheid.

Welāya is een spirituele reis door verschillende stadia waarin de dienaar zijn Schepper tracht te benaderen. Deze reis vereist het doorkruisen van vele niveaus en neemt dus tijd in beslag. Risāla daarentegen, als het grootste licht, heeft betrekking op het geheim van de nabijheid van Allah tot Zijn dienaren – een nabijheid waarvoor zelfs één vluchtig moment voldoende is. Daarom wordt er in een hadith gezegd: “Hij keerde terug in een enkel ogenblik.”

Nu richten wij ons tot de ongelovige die zich in de positie van toehoorder bevindt:

Aangezien dit universum beschouwd kan worden als een uiterst geordend land, een majestueuze stad of een schitterend versierd paleis, is het vanzelfsprekend dat het ook een heerser, een eigenaar en een meesterbouwer moet hebben. En aangezien er daadwerkelijk een Majesteitelijke Eigenaar, een Volmaakte Heerser en een Schone Schepper bestaat, én er een mens is die met zijn zintuigen, vermogens en alomvattende blik verbonden is met alles in dit universum – dat immers de kenmerken draagt van een rijk, een stad of een paleis – dan ligt het voor de hand dat deze Verheven Schepper een verheven en bijzondere relatie met die mens heeft. Hij zal hem aanspreken met een heilige boodschap en hem begunstigen met een verheven aandacht.

En aangezien er vanaf Adem (as) tot op de dag van vandaag niemand is geweest die deze verheven relatie zo groots heeft ervaren als Muhammed de Arabier (saw) – en hij, als gevolg van die verbondenheid, de helft van de aarde en een vijfde van de mensheid in zijn invloedssfeer heeft gebracht, en het spirituele aangezicht van het universum heeft veranderd en verlicht – is het vanzelfsprekend dat de Mirādj, als de hoogste manifestatie van die goddelijke relatie, hem het meest toekomt en het meest bij hem past.