De Miradj (De Hemelreis van de Profeet)

Vierde vraag: wat zijn de vruchten en voordelen van de miradj?

 

Antwoord: van de meer dan vijfhonderd vruchten die de Mirādj als een spirituele tûbā-boom draagt, zullen we slechts vijf als voorbeeld noemen.

 

Eerste vrucht: de waarheden van de zuilen van het geloof werden tijdens de mirādj met het oog aanschouwd. De engelen, het Paradijs, het Hiernamaals en zelfs Zāt-i zul-Djelāl werden waargenomen. Deze ervaring bracht een dergelijke schat en een eeuwig licht als gave voor de mensheid en het universum, dat het dit universum verloste uit zijn verwarrende, vergankelijke en doelloze toestand. Dankzij dit licht en deze vrucht werd de ware aard van het universum onthuld als heilige geschriften die geschreven zijn door es-Samed en als schitterende spiegels waarin de schoonheid van de Ene weerspiegeld wordt. Het universum en alle bewuste wezens werden hierdoor verblijd.

 

Bovendien wordt de mens, dankzij dit licht en deze vrucht, verlost uit een verwarrende en ellendige toestand van machteloosheid, armoede, eindeloze behoeftigheid, vergankelijkheid en een bestaan omgeven door talloze vijanden. In plaats daarvan wordt zijn ware aard zichtbaar als een wonder van de macht van es-Samed, geschapen in de beste vorm (ahsen-i taqwīm); als een omvattend exemplaar van de geschriften van es-Samed; als een bijzondere dienaar en gesprekspartner van de Eeuwige Sultan; als bewonderaar van Zijn volmaaktheid en schoonheid; als Zijn vriend en geliefde; en als Zijn eerbiedwaardige gast, bestemd voor het eeuwige Paradijs. Voor alle ware mensen brengt deze vrucht van de mirādj een oneindige vreugde en een grenzeloze verrukking.

 

Tweede vrucht: de persoon van Muhammed (saw) bracht als vrucht van de mirādj aan de djinns en de mensen de fundamenten van de islam – vooral het gebed – als een goddelijk geschenk, bestaande uit de welbehagen van de Eeuwige Heerser, Die de Schepper is van al het bestaan, de Eigenaar van het universum en de Heer van alle werelden. Het leren kennen en begrijpen van deze goddelijke welbehagen is zó intrigerend en vreugdevol, dat het niet in woorden te vatten is. Want iedereen verlangt ernaar de wensen te kennen van een grote weldoener of een vrijgevige sultan, zelfs als die zich op grote afstand bevindt. En wanneer hij die wensen eenmaal kent, hoe groot is dan zijn vreugde niet? Hij zegt bij zichzelf: ‘Was er maar een manier om met hem te communiceren, zodat ik rechtstreeks met hem kon spreken en wist wat hij van mij verlangt en wat hem behaagt.