De Miradj (De Hemelreis van de Profeet)
اَللّٰهُمَّ صَلِّ عَلٰى مَنِ انْشَقَّ بِاِشَارَتِهِ الْقَمَرُ وَنَبَعَ مِنْ اَصَابِعِهِ الْمَاۤءُ كَالْكَوْثَرِ صَاحِبِ الْمِعْرَاج وَمَا زَاغَ الْبَصَرُ سَيِّدِنَا مُحَمَّدٍ وَعَلٰۤى اٰلِهِ وَاَصْحَابِهِ اَجْمَعِينَ مِنْ اَوَّلِ الدُّنْيَا اِلٰۤى اٰخِرِ الْمَحْشَرِ O Allah, zegen degene op wiens teken de maan zich spleet en uit wiens vingers water stroomde als de bron van al-Kawthar, de bezitter van de hemelreis (Miʿrādj), wiens blik niet afdwaalde — onze meester Muhammed — en zegen ook zijn familie en al zijn metgezellen, vanaf het begin van de wereld tot aan het einde van de grote Herverzameling
سُبْحَانَكَ Verheven bent U. لَا عِلْمَ لَنَٓا اِلَّا مَا عَلَّمْتَنَٓا اِنَّكَ اَنْتَ الْعَلٖيمُ الْحَكٖيمُ Feilloos bent U. Wij bezitten geen kennis, behalve wat U ons heeft onderwezen. U bent de Alwetende, de Alwijze. – De Koran 2:32
رَبَّنَا تَقَبَّلْ مِنَّاۤ اِنَّكَ اَنْتَ السَّمِيعُ الْعَلِيمُ Onze Heer, aanvaard het van ons. Voorwaar, U bent de Alhorende, de Alwetende. De Koran 2:127
رَبَّنَا لاَ تُؤَاخِذْنَاۤ اِنْ نَسِينَاۤ اَوْ اَخْطَاْنَا Onze Heer, hou ons niet verantwoordelijk als wij iets hebben vergeten of een fout hebben begaan. – De Koran 2:286
رَبَّنَا لاَ تُزِغْ قُلُوبَنَا بَعْدَ اِذْ هَدَيْتَنَا Onze Heer, laat onze harten niet afdwalen nadat U ons hebt geleid. – De Koran 3:8
رَبَّنَاۤ اَتْمِمْ لَنَا نُورَنَا وَاغْفِرْلَنَاۤ اِنَّكَ عَلٰى كُلِّ شَىْءٍ قَدِيرٌ Onze Heer, maak ons licht volmaakt en vergeef ons. Voorwaar, U bent de Almachtige over alles. De Koran 66:8
وَ اٰخِرُ دَعْوٰيهُمْ اَنِ الْحَمْدُ للّٰهِ رَبِّ الْعَالَمِينَ En het einde van hun smeekbede is: alle lof zij Allah, de Heer van de werelden.