De Samenhang van de Goddelijke Liefde en de Dood

Inderdaad, zoals elke vrucht van een boom in verbinding staat met de andere vruchten van dezelfde boom en zoals zij voor deze vrucht als broeders en vrienden aanwezig zijn, heeft deze vrucht in samenhang met hun hoeveelheid evenzovele later toegevoegde bestaansvormen. Wanneer deze vrucht van de boom wordt geplukt, dan voelt zij een scheiding en een ondergang jegens iedere andere vrucht en is iedere andere vrucht voor haar niet meer bestaand. Zo omhult haar een duisternis van non-existentie die van buitenaf afkomstig is.

 

Op precies dezelfde wijze bestaat voor ieder schepsel, met betrekking tot haar verbondenheid met de macht van Éhad-i Sàmèd, alles. Indien deze verbondenheid niet zou bestaan, dan zou er voor ieder, in samenhang met de hoeveelheid van de gehele schepping, van buitenaf afkomstig non-existenties bestaan.

 

Inderdaad, beschouw dan nu via deze verwijzing de verheven waarheden van de īmān en zie de verschrikkelijke duisternissen van het ongeloof. Zoals wij in deze verwijzing het hebben verteld, is dus īmān een kenmerk van de verheven waarheden die achter elk handeling schuilt. Bij het ontbreken van īmān is alles voor de ongelovige niet-bestaand en in duisternis gehuld net zoals voor een blinde, dove, stomme en geen bewustzijn dragende man alles non-existent is.