De Samenhang van de Goddelijke Liefde en de Dood
Het vierde teken
وَرَابِعًا: مَعَ اِعْلاَنِ التَّسْبِيحَاتِ الرَّبَّانِيَّةِ وَاِظْهَارِ الْمُقْتَضَيَاتِ اْلاَسْمَاۤئِيَّةِ
Deze zin duidt het volgende aan: al het bestaan voert gedurende de verschillende stadia van haar leven in variaties de verheerlijking van haar Heer uit. Bovendien toont zij diverse toestanden welke door de goddelijke namen worden vereist en noodzakelijk worden gesteld. Bijvoorbeeld, de naam er-RahīmDe GenadevolleDe Genadevolle. vergt shefqaLiefde die onvoorwaardelijk wordt gekoesterd, zoals die van een moeder jegens haar kind. te tonen, de naam er-RezzāqVoorzienerDe Voorziener vereist levensonderhoud te verlenen en de naam el-LatīfAllah; de Subtiele. vereist gunsten te verlenen. Zo hebben alle namen ieder voor zich hun vereisten. Zo toont ieder levend wezen door middel van zijn bestaan de door deze namen vereiste situaties en eigenschappen en zij verheerlijkt tegelijkertijd, in overeenkomst met de hoeveelheid van haar organen en zintuigen, de Alwijze Schepper.
Bijvoorbeeld, een man eet heerlijke vruchten die in zijn maag verteerd worden en ogenschijnlijk vernietigd worden. Echter, deze vruchten geven naast die van zijn mond en maag ook alle cellen van zijn lichaam het genot van een goed functionerende stofwisseling. Daarnaast vormen zij de bron tot het bestaan van zeer veel doeleinden, zoals het onderhoud en de voortzetting van het leven. Op deze wijze stapt deze voeding van het plantenleven over tot het menselijk leven. Op dezelfde wijze, wanneer deze schepselen zich achter de sluier van vergankelijkheid verbergen, blijven zeer veel van hun verheerlijkingen in hun plaatsen achter. Tegelijkertijd laten zij ook zeer veel versieringen en vereisten van de goddelijke namen in de handen van deze namen over. Zij geven zich dus over aan een eeuwigdurend bestaan en nadien treden zij het aardse bestaan uit.