De Samenhang van de Goddelijke Liefde en de Dood

Bijvoorbeeld, een aantal stoffen worden in een wonderbaarlijke machine van een fabriek geworpen waarin zij heel duidelijk verbranden en daardoor vernietigd lijken te worden. Niettemin worden in de retorten van deze fabriek in waardevolle vaten, uit die verbrande materie, zeer kostbare chemicaliën en medicamenten gedestilleerd. Bovendien worden de tandwielen van deze machine door de met haar hulp opgewekte energie en door de op die wijze verkregen stoom aangedreven, waardoor enerzijds kunststoffen worden geweven, terwijl anderzijds een drukkerij in bedrijf wordt gehouden en nog andere kostbare producten zoals suiker worden geproduceerd. Dit houdt in dat uit dit proces van omzetting, de ogenschijnlijke vernietiging en verbranding van stoffen, duizenden bestaansvormen voortkomen. Een eenvoudige stof vergaat, maar laat veel andere producten in het bestaan als erfgenamen achter. Is het nu überhaupt mogelijk om in deze situatie te beweren dat dit proces nutteloos is geweest? Zou men soms de bezitter van een dergelijke fabriek hieromtrent kunnen aanklagen, omdat hij geen medelijden met al deze waardevolle stoffen heeft gehad, deze verbrand en vernietigd heeft?

 

وَلِلّٰهِ الْمَثَلُ الْاَعْلٰى