De Samenhang van de Goddelijke Liefde en de Dood

Zoals de handelingen en de bewegingen van de schepselen vanuit verlangens, begeertes, genot oftewel vanuit liefde voortkomen, en zoals iedere afzonderlijke handeling een vorm van genot bevat en zelfs ieder handeling zelf een soort genot vormt, en zoals genot gericht is op volmaaktheid en zelfs dit genot een vorm van volmaaktheid is, en aangezien een handeling naar een volmaaktheid, een genot en een schoonheid verwijst, en aangezien Wādjibul-Wudjūd, Die absoluut volmaakt is, in Zijn wezen, eigenschappen en handelingen alle vormen van volmaaktheid inhoudt, zo ook heeft Wādjibul-Wudjūd zeer zeker een oneindig heilige genade en een grenzeloos zuivere liefde die passend zijn bij Zijn noodzakelijk bestaan, bij Zijn heiligheid, bij Zijn behoefteloosheid, bij Zijn rijkdom, bij Zijn absolute volmaaktheid en bij Zijn feilloosheid. 

 

Voorzeker, er bestaat een heilig enthousiasme dat vanuit die heilige genade en vanuit die zuivere liefde voortkomt. En er bestaat een heilige vreugde die vanuit dat heilige enthousiasme voortkomt. En er bestaat, indien men dat zo mag zeggen, een grenzeloos heilig genot dat vanuit dat heilige vreugde voortkomt.