De Wederopstanding


INLEIDING

We zullen met een paar verwijzingen op enkele kwesties aanwijzen die ook in de Tweeëntwintigste, Negentiende en Zesentwintigste Woorden worden behandeld.

 

De eerste verwijzing

 

De onredelijke man en zijn betrouwbare vriend in dit verhaal staan symbool voor:

 

Ten eerste: de nafs-i emmāra en het hart.

 

Ten tweede: studenten van de filosofie en leerlingen van de Koran. 

 

Ten derde: de ongelovige mensen en de Islamitische gemeenschap. 

 

De meest vreselijke afdwaling van de filosofiestudenten, de ongelovigen en de nafs-i emmāra ligt in het niet erkennen van Allah de Rechtvaardige.

 

Net zoals de betrouwbare man in de voorgaande gelijkenis duidelijk maakte dat een letter zonder een schrijver niet opgeschreven kan worden en een wet zonder een wetgever niet ingevoerd kan worden, zo ook zeggen wij:

 

Net zoals het uiterst onmogelijk is dat een wonderbaarlijk boek –waarin met een minuscuul kleine pen in elk woord een geheel boek en met een verfijnde pen in elke letter een goed geordende ode is geschreven– zonder een schrijver vervaardigd zou kunnen worden, zo is het ook het uiterst onmogelijk dat het hele universum –dat een dergelijk boek is waarin elke pagina vele boeken bevat, en elk woord een boek en elke letter een ode in zich draagt– zonder een kunstzinnige Schepper tot stand gebracht zou kunnen worden.