De Wederopstanding

Aangezien in dit universum en bij alle levende wezens een alomvattende rubūbiyya zichtbaar is waarin alles met majesteitelijkheid, wijsheid en barmhartigheid wordt beheerd, zal er ongetwijfeld ook een oord van eeuwige gelukzaligheid bestaan dat deze majesteitelijkheid, wijsheid en barmhartigheid van Zijn rubūbiyya behoedt voor waardeloosheid, nutteloosheid en meedogenloosheid; een oord dat zeker betreden zal worden. 

 

Aangezien de grenzeloze gunsten, geschenken, genadegiften, gunstverleningen, hulpverleningen en genaden –die met het oog duidelijk waargenomen worden– aan de niet gedoofde intellecten en niet gestorven harten laten zien dat achter de sluier van ghayb Zāt-i Rahmān-i Rahīm  aanwezig is, zal er zeer zeker een eeuwig leven zijn binnen een eeuwige wereld. Immers, de gunsten, geschenken, hulpverleningen, genaden, genadegiften en gunstverleningen –die overal in deze wereld te zien zijn– kunnen hun ware betekenis alleen vinden dankzij het bestaan van het hiernamaals. Anders zouden deze gunsten veranderen in bespotting, geschenken in bedrog, hulp-verleningen in vijandschap, genaden in kwelling, genadegiften en gunstverleningen in verraad. 

 

Aangezien Allah met Zijn macht die als een pen dient in de lente voor onze ogen op de nauwe bladzijde van het aardoppervlak honderdduizend boeken (scheppingen) schrijft, foutloos en zonder enige verwarring of vermoeidheid, en aangezien de Eigenaar van deze pen honderdduizendmaal in alle decreten gezworen en beloofd heeft dat Hij op een nog uitgestrekte plaats (het hiernamaals) een prachtig en onsterfelijk boek zal schrijven en deze zal laten lezen, wat nog makkelijker zal geschieden dan het schrijven van het lenteboek dat op deze nauwe plaats inhoudelijk vermengd geschreven is, bestaat er geen enkel twijfel dat dit prachtige en onsterfelijke boek al geschreven is en dat samen met de wederopstanding en de Dag des Oordeels de daden van mensen als opmerkingen in dat boek opgenomen zullen worden.