De Wederopstanding
Alle bewijzen in het Zesentwintigste Woord die bovendien gezamenlijk een bewijs vormen voor het geloof in qàdèr, vormen eveneens indirect een bewijs voor de wederopstanding, het openen van de dadenschrift en de afweging van de daden op de grote weegschaal. Immers, het lot van elke schepping wordt voor onze ogen op de geschriften van orde en balans vastgelegd; de levensloop van elk levend wezen wordt in hun geheugens, zaden en andere vergelijkbare Elwāh-i Misālī geschreven; en de dadenschrift van elk wezen met ziel, in het bijzonder van de mens, wordt in Elwāh-i MahfūzaDe niet-materiele geschriften waarin alles dat heeft plaatsgevonden en alles dat nog zal plaatsvinden gedetailleerd opgeschreven is. vastgelegd. Een dergelijk alomvattende qàdèr, doelgerichte bepaling, zorgvuldige opname en onschendbare waarborging zijn ongetwijfeld bestemd voor een algehele verantwoording in een opperst gerechtshof dat zal resulteren in eeuwige beloning of bestraffing. Zonder de wederopstanding zou deze uitgebreide en gedetailleerde registratie en bewaring volkomen betekenisloos en nutteloos zijn, wat volledig in tegenspraak is met de wijsheid en waarheid zelf. Als de wederopstanding niet zou plaatsvinden, zou de ware betekenis van dit boek (het universum) –dat met de pen van qàdèr geschreven is–zijn waarde verliezen. Deze bewering is net zo onmogelijk als het ontkennen van het bestaan van het universum en is niets minder dan waanzin.
Kortom, de andere vijf pilaren van het geloof vereisen gezamenlijk met al hun bewijzen het bestaan en de totstandkoming van de wederopstanding en het hiernamaals door hier getuigenis van af te leggen. En omdat er zulke onwankelbare fundamenten en onweerlegbare bewijzen voor de waarheid van de wederopstanding bestaan –die volledig overeenkomen met haar enorme belang– bestaat ongeveer een derde gedeelte van de inhoud van de wonderbaarlijke Koran uit de wederopstanding en het hiernamaals. De Koran stelt deze als fundament en essentiële vereiste voor al zijn waarheden en bouwt hierop voort.
Einde van de inleiding