De Wederopstanding

Inderdaad, hij (saw) bidt tijdens een dermate alomvattend gebed en verheven aanbidding voor de eeuwige gelukzaligheid, dat het lijkt alsof het gehele eiland, zelfs de hele aardbol, deelneemt aan zijn verheven gebed en smeekbede. Immers, net zoals zijn (saw) dienaarschap de volledige dienaarschap van zijn oemma omvat, zo omvat het ook de essentie van de dienaarschap van alle profeten. Bovendien verricht hij (saw) dat alomvattende gebed en smeekbede in een dermate geweldige gemeenschap, dat het lijkt alsof alle volmaakte en verlichte mensen vanaf Ādem (as) tot aan heden, zelfs tot aan de ondergang van de wereld, aan zijn smeekbede deelnemen en “āmīn” zeggen.[1]

 

 


[1] Inderdaad, vanaf deze smeekbede van profeet Muhammed (saw) tot aan heden zijn alle smeekbedes en salawāt van de hele oemma als een voortdurende en alomvattende deelname aan zijn (saw) smeekbede. Iedere salawāt geldt zelfs als een “āmīn” voor zijn smeekbede.

 

Ook alle zegen- en vredewensen die iedere moslim tijdens het gebed voor hem (saw) verricht, evenals de smeekbede die door de volgelingen van de Shāfiī-wetschool na de oproep tot het verplichte gebed wordt verricht, vormen allemaal een krachtige en alomvattende “amin” op zijn smeekbede voor de schepping van de eeuwige gelukzaligheid.

 

Inderdaad, namens de gehele mensheid bidt hij (saw) voor eeuwigheid en eeuwige gelukzaligheid, datgene wat van nature door ieder mens intens wordt verlangd. Het verlichte deel van de mensheid staat achter hem en beaamt zijn smeekbede met een “āmīn”. Is het dan nog voorstelbaar om te twijfelen dat deze smeekbede door Allah niet verhoord zou worden?