De Wederopstanding

Inderdaad, uit de manier waarop deze hafīziyya verschijnt, is te constateren dat de Eigenaar van al het bestaande grote zorg en aandacht besteedt aan de ordening en bewaking van alles wat zich binnen Zijn eigendom afspeelt. Hij is uiterst attent op de gebeurtenissen die zich voordoen binnen Zijn heerschappij en draagt diepe zorg voor de daden en handelingen die daarin plaatsvinden. Dit geschiedt op een dermate wijze dat Hij zelfs de kleinste gebeurtenissen en de meest onbeduidende diensten registreert en laat registreren. Hij bewaart in verschillende archieven de gedaantes en verschijningsvoorbeelden van alles wat zich binnen Zijn heerschappij voltrekt. Deze verschijning van hafīziyya verwijst naar het feit dat ‘het dadenregister’ geopend zal worden voor een belangrijke beoordeling. In het bijzonder zullen de waardevolle daden en belangrijke handelingen van de mens –die in essentie het meest omvattende, meest eerbiedwaardige en meest eervolle is te midden van alle schepselen– met Zijn belangrijke rekenschap beoordeeld en met Zijn gerechtigheidsweegschaal afgewogen worden; het dadenboek van de mens zal worden geopend voor verantwoording.

Is het nu überhaupt mogelijk dat de mens het graf zal betreden, daar rustig zal slapen en niet opnieuw opgewekt zal worden, geen rekenschap zal afleggen voor al zijn daden, niet bij de verzamelplaats van de wederopstanding terecht zal komen en niet voor het opperste gerechtshof zal verschijnen, terwijl hij als de voornaamste vertegenwoordiger van de hele schepping benoemd en met een zeer belangrijke verantwoordelijkheid belast is, dus dat hij overal de eenheid van Allah verkondigt door getuigenis af te leggen van Zijn alomvattende handelingen en dat aan hem de verantwoordelijkheid gegeven is om de verheerlijking en aanbidding van de meeste schepselen te vertegenwoordigen? Nee, in geen enkel geval!