De Wederopstanding

Inderdaad, als er geen andere plaats zou bestaan waar deze spirituele elementen zich ten volle kunnen uiten, dan zouden we genoodzaakt zijn de wijsheid te ontkennen die openlijk in alles zichtbaar is, de hulpverlening die we elk moment in ons eigen leven en dat van andere wezens kunnen waarnemen, de rechtvaardigheid[1] waarvan we de krachtige tekenen duidelijk kunnen opmerken en de genade die we overal kunnen aanschouwen. Dit zou een dwaasheid zijn vergelijkbaar met het ontkennen van de zon terwijl we haar stralen op een heldere dag kunnen waarnemen. We zouden dan ook moeten aannemen dat de Eigenaar van deze doelgerichte werken, deze vrijgevige handelingen en deze genadevolle gunstverleningen –die we in het hele universum kunnen waarnemen– een bedrieglijke acteur en een meedogenloze tiran zou zijn, wat een volstrekt onmogelijke verdraaiing van de waarheid is! Zelfs de meest dwaze sofisten, die het bestaan van alles en zelfs dat van henzelf loochenen, zouden niet zo gemakkelijk overwegen een dergelijke opvatting te omarmen.

[1] Waarlijk, rechtvaardigheid heeft twee aspecten. Het ene aspect bestaat uit het verlenen van het recht aan de rechthebbende. Dit aspect van rechtvaardigheid is overal in deze wereld duidelijk te zien. Zoals het in de derde waarheid bewezen is, verleent Fātir-i zul-Djelāl aan alle schepselen in unieke balans en nauwkeurige mate voor hun leven en voortbestaan de gewenste benodigdheden en vereiste rechten die ze met hun bekwaamheden, aangeboren behoeftes en noodgevoel van Hem vragen. Hieruit volgt dat dit aspect van rechtvaardigheid net zo zeker aanwezig is als het bestaan en het leven zelf.

Het andere aspect bestaat uit het berechten van de onrechtplegers. Dit betekent dat het recht van de onrechtpleger uit tuchtiging en bestraffing bestaat. De verschijning van dit aspect komt weliswaar niet volledig in deze wereld voor, doch zijn er talloze tekenen en verwijzingen die op het bestaan ervan duiden. Bijvoorbeeld, alle vormen van tuchtiging en bestraffing, die vanaf de tijden van het volk van Ad en Thamud tot aan heden op de opstandige en weerbarstige volkeren zijn neergekomen, tonen met onfeilbare zekerheid aan dat er een verheven rechtvaardigheid in de wereld aanwezig is.