De Wederopstanding

Inderdaad, aangezien de macht van Qadīr-i mutlaq tot de essentie van Zijn wezen behoort –dus niet later verkregen is zoals bij schepselen– en absoluut volmaakt is, is het onmogelijk dat machteloosheid een invloed kan hebben op Zijn macht. Dit betekent dat voor Zāt-i zul-Djelāl het scheppen van een lente even gemakkelijk is als het scheppen van één enkele bloem. Maar, als het scheppen aan de oorzaken toegeschreven zou worden, zou het scheppen van één enkele bloem even moeilijk zijn als het scheppen van een lente. Dit impliceert dat voor Hem de schepping en wederopstanding van de gehele mensheid even gemakkelijk is als die van één individu. 

 

Onze uiteenzetting vanaf het begin van deze verhandeling tot nu toe waarin we de wederopstanding hebben behandeld middels gelijkenissen en waarheden, berust zich op de zegening van de Koran. Het doel hiervan is om de nefs voor te bereiden zich aan deze waarheden te onderwerpen en om het hart klaar te maken deze waarheden te accepteren.

 

Het ware recht om te spreken is aan de Koran. Immers, hij spreekt de waarheid en alle uitspraken zijn daaraan ondergeschikt. Laten we dan naar hem luisteren: