Debat met Duivel

Nog een ander voorbeeld:

 

وَذَا النُّونِ اِذْ ذَهَبَ مُغَاضِبًا فَظَنَّ اَنْ لَنْ نَقْدِرَ عَلَيْهِ فَنَادٰى فِى الظُّلُمَاتِ اَنْ لَٓا اِلٰهَ اِلَّٓا اَنْتَ سُبْحَانَكَ اِنّٖى كُنْتُ مِنَ الظَّالِمٖينَ [1]

Voorwaar, hoeveel zinnen zijn er toch tussen de zinnen

اَنْ لَنْ نَقْدِرَ عَلَيْهِ

en

فَنَادٰى فِى الظُّلُمَاتِ

niet gecomprimeerd weggelaten! Wat betreft de niet-vermelde zinnen, het ontbreken ervan doet absoluut geen afbreuk aan het begrip van het vers, noch tast het de vloeiende stijl ervan aan. In de vertelling van Yunus (as) worden de belangrijke punten genoemd; al het andere wordt overgelaten aan de gedachtegang.

 

Op dezelfde wijze zijn zeven á acht zinnen tussen de verzen

فَاَرْسِلُونِ

en

يُوسُفُ اَيُّهَا الصِّدّٖيقُ

in soera Yusuf overgeslagen. Dit tast het begrip van het onderwerp geenszins aan en doet geen afbreuk aan de vloeiendheid van de Koran. Dergelijke opmerkelijke beknoptheden komen in de Koran zeer herhaaldelijk voor.

 

Wat betreft nu de verzen in soera Qāf, deze getuigen eveneens van een wonderlijke īdjāz. Ze wijzen precies op een toekomst waarin voor de ongelovige een dag gelijk zal zijn aan vijftigduizend vreselijke en verschrikkelijk lange jaren. Vervolgens richten ze zich glashelder op de belangrijke, pijnlijke gebeurtenissen die in verschrikkelijke omwentelingen en revoluties over de hoofden van de ongelovigen zullen uitbreken. Deze verzen laten onze verbeelding daarover bliksemsnel voorbijrazen en brengen ons deze zeer lange tijd onder ogen alsof die op één helder pagina is opgetekend. De niet-vermelde gebeurtenissen worden aan de gedachtegang overgelaten en op een verheven, vloeiende en expressieve wijze weergegeven.

 

وَاِذَا قُرِئَ الْقُرْاٰنُ فَاسْتَمِعُوا لَهُ وَاَنْصِتُوا لَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ

 

 

[1] Denk aan Yūnus toen hij woedend vertrok en dacht dat Wij geen macht over hem hadden. In de diepe duisternis riep hij: “Er is geen god buiten Jou, verheven ben Jij. Ik behoorde inderdaad tot de onrechtplegers.” – De Koran 21:87.