Qàder (Goddelijke Beschikking)

Bijvoorbeeld, kijk met aandacht naar deze boom of dit dier. De levenloze, dove, blinde en onbewuste atomen, die exact op elkaar lijken, bewegen in zijn groei en ontwikkeling. Bij sommige onregelmatige en kromme grenzen stoppen zij, alsof ze de plaats van de vrucht en de functie ervan herkennen, zien en begrijpen. Vervolgens veranderen ze elders hun koers, alsof ze een groot doel nastreven. Dit toont aan dat de atomen handelen in overeenstemming met de spirituele maat afkomstig van qàder en dat hun beweging wordt gestuurd door diens bevel.

 

Aangezien qàder zich zo sterk manifesteert in materiële en zichtbare zaken, is het vanzelfsprekend dat ook de vormen die dingen in de loop van de tijd aannemen en de toestanden die voortkomen uit hun bewegingen onderworpen zijn aan een geordend systeem van qàder.

 

Inderdaad, in een zaad bevinden zich twee soorten manifestaties van qàder. De eerste is de zichtbare qàder, die verwijst naar de tastbare eigenschappen, de fysieke gesteldheid en de vormen van de boom die in het zaad besloten liggen en later zichtbaar zullen worden. Deze manifestatie wijst op Kitāb-i Mubīn. De tweede is de theoretische qàder, die verwijst naar de subtiele, onzichtbare wetten en bevelen van de goddelijke kennis en die wijst op Imām-i Mubīn.

 

De zichtbare qàder omvat de materiële eigenschappen, toestanden en vormen van de boom die in het zaad besloten liggen en later zichtbaar zullen worden. De theoretische qàder daarentegen is het welgeordende programma in het zaad, waarin de stadia, toestanden, vormen, bewegingen en lofprijzingen van de boom –die uit het zaad zal worden geschapen– gedurende zijn levensduur zijn vastgelegd. Deze voortdurend veranderende stadia, toestanden, vormen en handelingen, die worden aangeduid als de ‘levensgeschiedenis’, volgen een geordende, voorbestemde maat, net zoals de takken en bladeren van die boom, die volgens een voorbestemde maat groeien.

 

Aangezien de manifestatie van qàder zelfs in de eenvoudigste en meest alledaagse dingen zo duidelijk zichtbaar is, ligt het voor de hand dat alles al is vastgelegd voordat het tot bestaan komt. Dit is met een beetje aandacht gemakkelijk te begrijpen.

 

Echter, wat betreft het bewijs dat de levensloop van alles na haar vergaan wordt opgetekend, dienen alle vruchten –die zowel op Kitāb-i Mubīn als Imām-i Mubīn wijzen– en het menselijk geheugen, dat verwijst naar Lawh-i Mahfuz, als een teken en getuigenis hiervan.

 

Inderdaad, iedere vrucht wordt opgeschreven in het zaad, dat als het hart de gehele levensloop van de boom bevat. Evenzo wordt niet alleen de levensloop van de mens, maar ook gedeeltelijk de gebeurtenissen uit het verleden van de wereld op een wonderbaarlijke manier vastgelegd in het geheugen. Het is alsof de Hand van Macht met de pen van qàder een klein document uit de geschriften van de daden van de mens in zijn kleine werktuig schrijft, zodat hij zich op de Dag van Afrekening hieraan zal herinneren.