Qàder (Goddelijke Beschikking)

Derde Onderwerp

Het geloof in qàder (de goddelijke beschikking) behoort tot de pijlers van het geloof. Met andere woorden: “Alles geschiedt door de beschikking van Allah.” De bewijzen voor qàder zijn zo talrijk dat ze niet te tellen zijn. Wij zullen op een eenvoudige en duidelijke manier laten zien hoe krachtig en omvangrijk deze geloofspijler is door middel van een inleiding.

Inleiding

Veel verzen in de Koran, zoals

وَلاَ رَطْبٍ وَلاَ يَابِسٍ اِلاَّ فِى كِتَابٍ مُبِينٍ ,

verklaren expliciet dat alles is vastgelegd, zowel vóór als na zijn bestaan. Bovendien bevestigen de verzen van het universum, dat als een groot boek van de macht van Allah dient, deze vaststelling van de Koran. Immers, de orde, de maat, het evenwicht, het ontwerp, de versiering en de onderscheiding in de schepping, die als de verzen van dit boek functioneren, getuigen allemaal van deze waarheid.

Inderdaad, de geordende geschriften en de welgeordende verzen van dit boek van het universum getuigen dat alles is opgetekend. Het bewijs dat alles vooraf is bepaald en vastgelegd voordat het bestaat, zijn de zaden, kiemen, maten en vormen; zij getuigen hier allemaal van.

Immers, elk zaadje en elke kiem is als een subtiele schatkist, geweven door de goddelijke werkplaats van ‘kāf-nūn’.[1] Aan hen is een beknopte inhoudsopgave opgetekend door qàder. De macht van Allah zet de atomen in dienst op basis van de registratie van ieders qàder en bouwt met deze kleine zaden grote wonderen op.

Hieruit volgt dat de gehele boom met al zijn toekomstige gebeurtenissen in wezen al in het zaad is vastgelegd. Want materieel gezien zijn alle zaden eenvoudig en identiek aan elkaar; er is geen materieel verschil tussen hen.

Bovendien toont de ordelijke maat van alles duidelijk het bestaan van qàder. Inderdaad, welk levend wezen men ook bekijkt, men ziet dat het een specifieke maat, vorm en gestalte heeft, alsof het uit een uiterst wijze en kunstzinnig gevormde mal tevoorschijn is gekomen. Om deze maat, vorm en gestalte te verkrijgen, zou er óf een wonderbaarlijk en uiterst onregelmatige en kromme materiële mal moeten bestaan, óf de eeuwige macht van Allah kleedt dat wezen in die gestalte en vorm met een nauwkeurig afgewogen en spirituele mal afkomstig van qàder.

[1] Deze twee Arabische letters, gelezen als ‘kāf-nūn’, vormen het woord ‘koen’, wat ‘wees’ betekent. De uitdrukking ‘koen fe jekoen’, die in de Koran voorkomt, betekent ‘Wees! en het is.’ Dit benadrukt dat het voldoende is dat Allah iets wil scheppen, en het komt onmiddellijk tot bestaan. Noot van de vertalers.