Hoe Redden Wij Ons Hiernamaals?

Een gesprek met een aantal jongeren die zich in een verleidelijke beproeving bevinden, maar hun verstand nog niet hebben verloren.
Een aantal jongeren, die blootstonden aan de aanvallen van de huidige misleidende en verleidelijke vermaken en begeerten, vroegen:
“Hoe kunnen wij ons hiernamaals redden?”
Zodoende hadden ze de Risale-i Nur om hulp verzocht.
Daarop zei ik namens de spirituele persoonlijkheid van de Risale-i Nur:
Het graf bestaat als een onvermijdelijke bestemming; niemand kan dat ontkennen. Iedereen zal er, willens of onwillens, in belanden. En er zijn slechts drie manieren om het graf te betreden, en buiten deze drie zijn er geen andere.
Eerste manier: voor gelovigen is het graf de poort naar een wereld die mooier is dan deze wereld.
Tweede manier: voor degenen die het hiernamaals wel erkennen, maar hun leven voortzetten in zondigheid en dwaling, is het graf een eeuwige gevangenis en een eenzame opsluiting, afgesneden van al hun vrienden. Omdat zij het op die manier zien en geloven, maar er niet naar handelen, zullen zij ook op die manier worden behandeld.
Derde manier: voor de ongelovigen en de dwalenden die het hiernamaals ontkennen, is het graf een poort naar eeuwige vernietiging – een galg die zowel henzelf als al hun geliefden zal wegvagen. Omdat zij het op die manier zien en geloven, zullen zij als rechtvaardige vergelding precies dat ondervinden.
Deze twee laatste mogelijkheden zijn zonneklaar; ze behoeven geen bewijzen, ze zijn met het blote oog waarneembaar. Aangezien het moment van de dood verborgen is, kan de dood ieder ogenblik komen om je te treffen – zonder onderscheid te maken tussen jong en oud. Voor de hulpeloze mens, die voortdurend met deze grote en aangrijpende waarheid wordt geconfronteerd, is het dan ook van levensbelang om een uitweg te vinden: een uitweg om gered te worden van die eeuwige vernietiging, die eindeloze gevangenschap en eenzame opsluiting, en om de poort van het graf voor zichzelf te veranderen in een toegang tot een eeuwige wereld, een oneindige gelukzaligheid en een rijk van licht.
Deze waarheid dat het graf slechts op deze drie manieren kan worden betreden, is verkondigd door honderdvierentwintigduizend trouwhartige boodschappers die wonderen met zich meedroegen als bevestiging van hun profeetschap en waarachtigheid. Dezelfde boodschap is bevestigd en ondertekend door honderdvierentwintig miljoen ewliyaDegenen die de tevredenheid van Allah opzoeken en hoge spirituele niveaus bereiken aangaande aanbidden en gehoorzaamheid.’s, op basis van hun keshfiyātMet de toestemming van Allah tot een bepaalde punt het kunnen waarnemen van sommige gebeurtenissen met betrekking tot het verborgene, spirituele ervaringen en waarnemingen. Bovendien hebben ontelbare muhaqqiqīnWaarheidsgetrouwe, rechtgeleide, onderzoekende, grote Islamitische geleerden.Rechtgeleide onderzoekende grote islamitische geleerden. dezelfde boodschap van profeten en ewliyaDegenen die de tevredenheid van Allah opzoeken en hoge spirituele niveaus bereiken aangaande aanbidden en gehoorzaamheid.’s met onweerlegbare bewijzen en op logische wijze – op het niveau van ilmel-yaqīnEen zekere overtuiging die op kennis berust. – bevestigd en gestaafd. Allen verklaren unaniem dat het met een zekerheid van negenennegentig procent vaststaat dat men slechts door geloof en gehoorzaamheid kan worden gered van vernietiging en eeuwige gevangenschap, en dat het graf daardoor wordt omgevormd tot een poort naar eeuwige gelukzaligheid.
Wanneer iemand – slechts gewaarschuwd door één enkele betrouwbare persoon – toch een pad betreedt met slechts één procent kans op vernietiging, wordt hij uit angst voor zijn ondergang zó innerlijk gekweld dat zelfs zijn eetlust verdwijnt. Hoe kan een mens dan onverschillig blijven, terwijl honderdduizenden waarheidsgetrouwe en bevestigde boodschappers, met heldere tekenen en bewijzen, aantonen dat dwaling en zondigheid het graf veranderen in een galg en een eeuwige, eenzame opsluiting – terwijl geloof en gehoorzaamheid dat vonnis met absolute zekerheid opheffen en het graf omvormen tot een schatkamer van eeuwigheid, tot een poort die opent naar een paleis van gelukzaligheid? Kan een hulpeloze mens die geen geloof en gehoorzaamheid bezit, dan ooit bevrijd worden van de ondraaglijke innerlijke angst die voortkomt uit het besef dat hij ieder moment naar het graf wordt geroepen, zelfs als hem de volledige wereldse heerschappij en al het genot zouden worden verleend? Ik vraag het jullie: kan die angst dan ooit werkelijk verdwijnen?
Aangezien ouderdom, ziekte, tegenslagen en sterfgevallen van alle kanten die huiveringwekkende pijn telkens weer aanwakkeren en in herinnering brengen, blijft die innerlijke hel onvermijdelijk voortleven en branden in het hart van degene die zich overgeeft aan dwaling en zonden – zelfs al zou hij genieten van honderdduizenden genoegens en pleziertjes. Maar een zeer dikke sluier van onachtzaamheid verdooft hem, zodat hij het tijdelijk niet ervaart of zich ervan bewust is.
Inderdaad, de gelovige, die de bevelen van Allah gehoorzaamt, ziet het graf als een poort naar een eeuwige schatkamer en een oneindige gelukzaligheid. Hij weet dat hem – door de genade van Allah – een winnend lot is toegekend, waarmee hij, dankzij zijn geloof, rijkdommen zal verkrijgen ter waarde van miljarden goudstukken en diamanten. De spanning die hij ervaart doordat hij elk moment als het ware de roep kan horen: “Kom, haal je lot op!”, schenkt hem een diepgeworteld, wezenlijk en waarachtig genoegen – zo intens, dat als het een lichamelijke vorm zou hebben en als een zaadje tot een boom zou uitgroeien, het voor hem een paradijs op zichzelf zou vormen. Maar wie – gedreven door de verlokkingen van de jeugd – deze immense vreugde de rug toekeert en in plaats daarvan kiest voor vergankelijke, verboden genoegens die lijken op vergiftigde honing, vol pijn en ellende, daalt af tot een niveau lager dan dat van een dier. Hij kan zich dan zelfs niet meten met westerse ongelovigen. Want ook al verwerpen zij de Profeet (saw), zij kunnen alsnog andere profeten erkennen. En zelfs als zij geen enkele profeet accepteren, kunnen zij Allah nog erkennen. En al zouden zij Hem niet kennen, dan nog kunnen zij beschikken over morele kwaliteiten die leiden tot een zekere innerlijke volmaaktheid.
Echter, een moslim kent álle profeten, zijn Heer, en alle vormen van volmaaktheid uitsluitend dankzij de bemiddeling van Muhammed de Arabier (saw). Wie zijn opvoeding verwerpt en zich losmaakt van zijn leiding, kent geen enkele profeet meer, en kan ook Allah niet werkelijk kennen. Ook blijft dan in zijn ziel geen enkele grondslag over die zijn innerlijke volmaaktheid in stand houdt. Want wie zich afwendt van de essentie van de opvoeding en geloofsleer van de laatste en grootste der profeten – wiens boodschap gericht is tot de gehele mensheid, wiens wonderen en leerstellingen uitmunten boven die van alle voorgangers, en die al veertienhonderd jaar lang op schitterende wijze heeft bewezen een leermeester te zijn voor de mensheid op elk gebied van waarheid – zal onvermijdelijk alle licht en volmaaktheid verliezen. Zo iemand is veroordeeld tot absolute ondergang.
O hulpeloze mensen die verslaafd zijn aan de genietingen van het wereldse leven en zich, uit angst voor de toekomst, zorgen maken over hun leven en zich bezighouden met het opbouwen van een toekomst!
Als jullie werkelijk genot, vreugde, geluk en innerlijke rust willen ervaren in dit wereldse leven, wees dan tevreden met de genoegens binnen de toegestane grenzen. Die zijn op zichzelf al toereikend om jullie harten te vervullen. Zeker hebben jullie uit de andere delen van de Risale-i Nur begrepen dat er in elk verboden genoegen duizend kwellingen schuilgaan. Stel je voor dat de toekomst – bijvoorbeeld het leven over vijftig jaar – als een film op een groot scherm geprojecteerd zou worden, zoals we vandaag de dag het verleden kunnen terugzien via opnames, dan zouden zij die nu leven in losbandigheid en zedeloosheid met schaamte, afschuw en bittere tranen terugkijken op het gelach en de genoegens waar zij zich nu achteloos aan overgeven.
Kortom, wie zowel in deze wereld als in het hiernamaals ware en blijvende vreugde wenst, dient binnen de kring van het geloof te leven, met de opvoeding van Muhammed (saw) als zijn leidraad.