Bezuiniging in de Islam
Tijdens het publicatiejaar van deze verhandeling vond in mijn kamer in Isparta de volgende gebeurtenis plaats, die deze waarheid bevestigt:
Een van mijn studenten drong erop aan dat ik –in tegenstelling tot mijn levensprincipe– zijn geschenk van ongeveer drie kilo honing zou accepteren. Hoezeer ik mijn principe ook aan hem probeerde uit te leggen, bleef hij aandringen. Met het idee om in de gezegende maanden Shaban en Ramadan drie broeders in mijn bijzijn dertig à veertig dagen lang van die honing te laten genieten, zodat ze niet verstoken zouden blijven van lekkernijen en om de schenker ervan een weldaad te laten verrichten, stemde ik uiteindelijk toe vanwege zijn aanhoudende drang en vroeg ik mijn broeders om de honing aan te nemen. Ik had zelf ook een kilo honing. Ondanks het feit dat deze drie vrienden van mij hun leven met vastberadenheid voortzetten en bezuiniging waardeerden, vergaten ze het idee van bezuiniging vanwege hun nobele neiging om elkaar te plezieren en elkaars genot voorrang te geven door elkaar voortdurend honing aan te bieden. Zo hadden ze die drie kilo honing in drie nachten opgemaakt. Toen zei ik lachend: “Mijn bedoeling was om jullie dertig à veertig dagen van die honing te laten genieten. Jullie hebben die dertig dagen teruggebracht tot drie. Ik hoop dat het jullie heeft gesmaakt.” Ik gebruikte mijn eigen kilo honing zuinig. Gedurende de maanden Shaban en Ramadan heb ik ervan genoten. Bovendien gaf ik bij het verbreken van het vasten elke broeder telkens een ruime theelepel van die honing, wat uiteindelijk leidt tot het verkrijgen van aanzienlijke beloningen in het hiernamaals.