Bezuiniging in de Islam
Inderdaad, wie niet bezuinigt, stelt zichzelf bloot aan vernedering en afhankelijkheid van anderen. Tegenwoordig heeft geld, dat vaak tot verspilling leidt, een buitengewoon hoog prijskaartje. Soms geeft een persoon zijn zelfrespect en eer op als omkoping om te krijgen wat hij wil. Soms ruilt hij zelfs de waarden van het geloof in voor wereldse voordelen. Dat wil zeggen dat er waardevolle goederen ter waarde van honderd euro worden geruild voor goedkope goederen ter waarde van tien cent.
Als iemand bezuinigt en (zijn kapitaal) uitgeeft voor zijn essentiële behoeften, zal hij, volgens de impliciete betekenis van het vers
اِنَّ اللّٰهَ هُوَ الرَّزَّاقُ ذُو الْقُوَّةِ الْمَتٖينُ Inderdaad, Allah is de Voorziener, de Bezitter van de sterkste macht. De Koran 51:58
en de expliciete betekenis van het vers
وَمَا مِنْ دَٓابَّةٍ فِى الْاَرْضِ اِلَّا عَلَى اللّٰهِ رِزْقُهَا Er bevindt zich geen levend wezen op de aarde, of de voorziening ervan berust bij Allah. De Koran 11:6
op een onverwachte manier genoeg levensonderhoud tegemoetkomen voor zijn voortbestaan, want het bovengenoemde vers staat daarvoor garant.
Inderdaad, onderhoud manifesteert zich in twee vormen:
De ene vorm bestaat uit ware onderhoud dat voldoende is om te overleven. Het bovengenoemde vers maakt duidelijk dat dit onderhoud gegarandeerd wordt door de Heer. Zolang de slechte wil van de mens zich er niet mee bemoeit, zal men zijn essentiële onderhoud hoe dan ook verkrijgen, zonder gedwongen te worden om zijn geloof, eer of zelfrespect op te offeren.
De tweede vorm bestaat uit schijnbaar levensonderhoud waarbij secundaire behoeften als gevolg van onnodige verspilling ten onrechte als primaire behoeften worden beschouwd. Men kan dergelijke behoeften niet meer opgeven omdat hij erdoor verslaafd raakt door een verwoestende gewenning. Aangezien dit soort levensonderhoud niet door de Heer wordt gegarandeerd, zal de verkrijging ervan –vooral in onze tijd– een hoge prijs hebben. Men begint vaak met het opofferen van zijn eer en het verdragen van vernedering om wereldse voordelen te behalen. Soms wordt men gedwongen de voeten van laaghartige mensen te kussen, wat leidt tot geestelijke bedelarij. En in sommige gevallen moet men zijn eeuwige leven, oftewel zijn religieuze waarden, opofferen.