Dankbaarheid & Hebzucht

Bovendien ontvangen zwakke en machteloze jongen in het dierenrijk –dankzij hun tewekkul– geoorloofd, volledig bevredigend en subtiel voedsel uit de schatkamer van de goddelijke barmhartigheid, terwijl roofdieren, die hebzuchtig hun onderhoud najagen, pas na buitengewoon veel inspanning ongeoorloofd en onbehaaglijk voedsel verwerven. Deze situatie illustreert dat hebzucht tot ontbering leidt, terwijl tewekkul en tevredenheid als bronnen van barmhartigheid dienen.

 

Bovendien klampt het joodse volk zich met meer hebzucht vast aan de wereld en hecht zich met meer hartstocht aan het aardse leven dan welk ander volk dan ook. Zij vergaren onverdiende rentewinst, waarover ze slechts als schatbewaarders fungeren, met veel moeite en deze winst baat hen weinig. De vernedering, ellende en moord die ze daardoor van andere volkeren ondergaan, tonen aan dat hebzucht een bron is van vernedering en verlies.

 

Er zijn talrijke voorbeelden waaruit blijkt dat hebzuchtige mensen altijd verlies hebben geleden, zodanig dat de uitspraak

اَلْحَرٖيصُ خَائِبٌ خَاسِرٌ

een spreekwoord is geworden en door iedereen als een waarheid is aanvaard. Inderdaad, als je wil dat de goederen waar je zoveel om geeft in overvloed naar je toekomen, moet je niet uit hebzucht maar veeleer vanuit tevredenheid ernaar streven.