De Eenheid van Allah in het Licht van Ism-i Azam

Dus, wanneer de gigantische scheppingen zoals de zon en de Arsh op een geweldige wijze ‘yā Djelīl, yā Kebīr, yā Azīm’ zeggen, zeggen de kleine levende wezens zoals vliegen en vissen op een subtiele wijze ‘yā Djemīl, yā Rahīm, yā Kerīm’ en sluiten zij op die wijze met hun subtiele liederen aan bij het grote orkest en verfraaien dit.

 

Is het dan überhaupt mogelijk dat iemand of iets anders dan Djelīl-i zul-Djemāl, Djemīl-i zul-Djelāl zich kan bemoeien met de schepping van die grote en kleine werelden? Allah verhoede!

 

Het zesde gedeelte:

حِشْمَتُـهُ فِى ذَاكَ...الخ

Dus, evenals Zijn majesteitelijke heerschappij die zich in het gehele universum manifesteert de wāhidiyya toont en bewijst, ook zo toont en bewijst Zijn genade, welke aan ieder afzonderlijk levende wezen haar vastgestelde levensonderhoud doet toekomen, de ehadiyya. Wāhidiyya houdt in dat alles in het bezit is van één iemand, op één iemand is gericht en door één iemand is geschapen. Ehadiyya daarentegen duidt aan dat in elk afzonderlijk bestaan de meeste namen van de Schepper manifesteren.