De Eenheid van Allah in het Licht van Ism-i Azam
Er zijn verschillende bestaansniveaus en verscheidene bestaanswerelden. Aangezien deze van elkaar verschillend zijn, is een klein deeltje dat zich in een steviger bestaansniveau bevindt even groot als een berg die zich in een ander zwakker bestaansniveau bevindt. En zo kan dat klein deeltje die berg in zich herbergen. Bijvoorbeeld, het herinneringsvermogen in ons hoofd dat in ālem-i shehādaHet opofferen van eigen leven omwille van Allah.De wereld die wij kunnen aanschouwen, het universum. ongeveer de grootte van een mosterdzaadje heeft, kan het bestaan ter grootte van een gehele bibliotheek van ālem-i manāHet spirituele rijk die met fysieke ogen niet waar te nemen is. in zich opnemen. Het bestaan in ālem-i khāridjīDe wereld die zich niet alleen in de kennis van Allah bevindt maar ook geschapen is., welk op een spiegel lijkt, de grootte van een vingernagel heeft, neemt een reusachtige stad van ālem-i misālEen niet-materieel rijk waarin zich de beelden van het gehele bestaan en alle gebeurtenissen reflecteren. in zich op. Indien die spiegel van ālem-i khāridjīDe wereld die zich niet alleen in de kennis van Allah bevindt maar ook geschapen is. en dat herinneringsvermogen een bewustzijn en scheppende krachten zouden bezitten, dan zouden zij met een geringe kracht van hun wudjūd-i khāridjīDe externe vorm van bestaan; het bestaan dat vanuit de kennis van Allah naar ālem-u shehāda binnentreedt. in wudjūd-i mānewī we misālī oneindig veel handelingen en transformaties tot stand kunnen brengen. Dus, naarmate de volmaaktheid van het bestaan toeneemt, neemt de kracht ervan evenredig toe. Een kleine hoeveelheid krijgt de waarde van een grote hoeveelheid. In het bijzonder wanneer het bestaan zich een absoluut volmaaktheid verwerft en wanneer zij van materie bevrijd is en aan geen enkele beperking onderworpen is, kan een nietig kleine verschijning ervan de vele werelden van andere zwakkere bestaansniveaus beheren.
وَلِلّٰهِ الْمَثَلُ الْاَعْلٰى En de meest verheven eigenschappen behoren Allah toe. – De Koran 16:60