De Eenheid van Allah in het Licht van Ism-i Azam
Het tweede geheim: de reden dat ‘het anders-zijn van Zijn wezen en Zijn onafhankelijkheid van beperkingen’ met betrekking tot het scheppen en beheren tot een gemak leiden, is het volgende:
Zeer zeker is de Schepper van het universum niet van dezelfde aard als het universum. Zijn essentie is met geen enkele essentie van de schepping te vergelijken. Aangezien dit zo is, kunnen de hindernissen en beperkingen, waardoor de schepping wordt beïnvloed, Hem niet in de weg staan, Hem niet in Zijn handelingen beperken. Hij kan het gehele universum tegelijkertijd beheren en leiden.
Indien de handelingen en het beheren, die in het universum waar te nemen zijn, aan de schepping toegeschreven zouden worden, dan zou dat zoveel moeilijkheden en verwarringen met zich meebrengen dat er geen enkele ordening meer zou resteren, dan zou niets meer kunnen voortbestaan en zou zelfs geen enkel schepping nog eenmaal tot het bestaan kunnen treden.
Bijvoorbeeld, indien het meesterwerk in de gewelfde bouwwerken van de koepels aan de stenen van de koepel zelf overgelaten zouden worden, en het commando van een bataljon, dat in feite aan haar commandant toebehoort, aan haar soldaten overgedragen zouden worden, dan zou ofwel helemaal niets tot stand komen ofwel zou er met grote moeilijkheden en met veel verwarringen een toestand zonder enige vorm van ordening ontstaan.