De Natuur of de Schepper
Vervolgens vertrok hij en bezocht hij tijdens het vrijdaggebed een zeer indrukwekkende moskee, de Aya Sofia. Hij zag een moslimgemeenschap staan, buigen, knielen en zitten, allemaal onder leiding van één man. Aangezien hij noch de shariaDe islamitische wetgeving die voortkomt uit de verzen van de Kuran en de handelingen en de spreuken van profeet Muhammed (saw). begreep, die bestaat uit de verzameling van spirituele en hemelse wetten, noch de spirituele principes erkende, die voortkomen uit de bevelen van de Wetgever, verbeeldde hij zich dat die gemeenschap met elkaar verbonden was door materiële touwen, die hen gevangen hielden en als poppen bespeelden. Hierop vertrok hij uit de moskee met een zeer belachelijke gedachte die zelfs de meest dwaze mensen tot lachen brengt.
Zoals in het voorgaande voorbeeld betrad een godsloochenaar met een puur primitieve, atheïstisch-naturalistische gedachtegang dit universum, dat dient als een fenomenaal legerkamp voor de ontelbare soldaten van de Sultan van alles en alle tijden, en als een geordende moskee van Mabud-i EzèlīAllah, Die het waard is om als enige aanbeden te worden en Wiens bestaan geen begin heeft.. Hij stelde zich de immateriële wetten voor, waarvan de ordening van het universum wordt bewerkstelligd en die voortkomen uit de wijsheid van Sultān-i EzèlīAllah, Die de Sultan is van alles en alle tijden, en Wiens bestaan geen begin heeft., als iets materieels. Tevens veronderstelde hij dat zowel de wetten (natuurwetten) -die slechts een theoretisch bestaan hebben in de heerschappij van Allah- als de regels en principes van die wetten van Mabud-i EzèlīAllah, Die het waard is om als enige aanbeden te worden en Wiens bestaan geen begin heeft. -die slechts een conceptuele realiteit hebben- een externe, materiële, fysieke verschijningsvorm bezaten. Op basis van die gedachtegang verplaatste hij die wetten in plaats van de macht van Allah, schreef de schepping toe aan hun handen en noemde het geheel ‘natuur’. Een redenering die ervan uitgaat dat de ‘krachten in het universum’ – die slechts een manifestatie van de macht van de Heer zijn – als een machtige, onafhankelijke en zelfonderhoudende heerser beschouwt, is duizend keer primitiever dan de primitiviteit uit het voorgaande voorbeeld.