De Profeetschap van Muhammed (saw)

Het eerste bewijs

 

Het feit dat de beste hoedanigheden en karaktereigenschappen zich bij hem (saw) bevinden, werd zelfs door zijn vijanden erkend. Zoals de verzen

وَانْشَقَّ الْقَمَرُ

en

وَمَا رَمَيْتَ اِذْ رَمَيْتَ وَلٰكِنَّ اللّٰهَ رَمٰى

dat duidelijk aangeven, werd de maan vanwege zijn vingeraanwijzing in tweeën gesplitst en de aarde die hij in de richting van het vijandelijke leger smeet, kwam in de ogen van alle vijandelijke soldaten terecht, waardoor ze op de vlucht sloegen. Hij leste de dorst van zijn eigen leger via het water dat uit zijn vijf vingers, als de bron van Kewther, stroomde.

 

Zo zijn er nog honderden dergelijke wonderen, welke gedeeltelijk mutewātir zijn, die zich volgens vastgestelde bewijzen via hem (saw) hebben gemanifesteerd. Aangezien meer dan driehonderd voorbeelden te midden van dergelijke wonderen in De Negentiende Brief, de buitengewone verhandeling vol kerāmāt genaamd De Wonderen van Muhammed (saw), met absolute bewijzen zijn behandeld, liet de wereldreiziger deze bewijzen aan deze verhandeling over, en zei het volgende: 

 

“Een individu dat naast zoveel verheven en volmaakte karaktereigenschappen zoveel onweerlegbare wonderen bezit, is onbetwistbaar de waarheidsspreker. Dat wil zeggen dat het ondenkbaar voor hem is om gebruik te maken van bedrog, leugen en valsheid, welke de eigenschappen van valsaards zijn.”