De Profeetschap van Muhammed (saw)

Welke vormen van argwaan zouden kunnen wagen, met een argument dat door zoveel ontelbare getuigen is bevestigd, te strijden?

 

De tweede druppel 

 

Zoals de profeetschap van ‘de verlichtende bewijs der tewhīd’ (saw) in overeenstemming met het verleden en de toekomst en op basis van tewātur wordt bevestigd, ook zo duiden de honderden verwijzingen in hemelse geschriften[1], zoals de Thora en het Evangelie, en de duizenden tekenen van irhāsāt, de bekende aankondigingen van hātif-djinns, de met elkaar overeenstemmende waarzeggers, de bewijzen van zijn duizenden wonderen zoals het splijten van de maan en de oprechtheid van de sharia de nadering van hem (saw) aan. 

 

Eveneens bevestigen op dezelfde wijze zowel zijn uiterste taqwā, zijn uiterste dienaarschap, zijn uiterste oprechtheid en zijn uiterste standvastigheid, die uit de kracht van zijn īmān en zijn vastberaden overgave voortkomen, als zijn volmaakte verheven karakter, de buitengewone schoonheid van zijn rijke gezindheid met betrekking tot de vervulling van zijn opdracht en zijn absolute betrouwbaarheid, met zonneklare duidelijkheid zijn trouwhartigheid aan zijn boodschap.

 

 


[1] Huseyn-i Djisrī heeft in zijn boek Risāle-i Hamīdiye honderdveertien aanwijzingen uit deze geschriften gehaald. Aangezien er na de vervalsing nog zoveel verwijzingen waren te vinden, dan is het aannemelijk dat voor de vervalsingen uiteraard nog veel meer verwijzingen daarin waren.