De Profeetschap van Muhammed (saw)

Het tweede bewijs

 

Hij draagt de uit zeven buitengewone aspecten bestaande Koran, het decreet van de Eigenaar van het universum, uit welke in elke eeuw door meer dan driehonderdmiljoen mensen is aanvaard. Aangezien in Het Vijfentwintigste Woord met bewijzen gedetailleerd behandeld wordt dat de Koran in veertig aspecten een wonder en het woord van de Schepper der kosmos is, liet de wereldreiziger deze bewijzen aan deze verhandeling over en zei het volgende:

 

“Een individu dat een vertolker en een verkondiger is van een dergelijk decreet vol rechtvaardigheid en vol waarheid, maakt geen gebruik van valsheid, welke het schenden van het decreet en het verraden van de Eigenaar van het decreet betekent.”

 

Het derde bewijs

 

Hij (saw) verscheen met een zodanige wetgeving, religie, dienaarschap, īmān en met zodanige verlangens en uitnodigingen die nog door iets zijn geëvenaard, noch kunnen zij worden geëvenaard. Nooit is iets beters voorgekomen, noch zal er iets beters tevoorschijn gebracht kunnen worden. 

 

Aangezien deze sharia, die via een analfabeet persoon tevoorschijn is gekomen, ontelbare wetten bevat waarmee een vijfde gedeelte van de mensheid veertien eeuwen lang rechtvaardig, waarachtig en zorgvuldig is geregeerd, kent hij uiteraard geen gelijke. 

 

Aangezien de Islam, die uit de handelingen, uitspraken en de handelwijze van een analfabeet persoon is ontstaan, elk eeuw als een leidraad en bron voor driehonderd miljoen mensen, als een onderwijzer en een wegwijzer voor het verstand, als een verlichter en zuiveraar voor het hart, als een fatsoeneerder en reiniger voor de nufūs en als een ontwikkelingsbron en een groeikern voor de zielen heeft gediend, kent hij uiteraard geen gelijke.