De Profeetschap van Muhammed (saw)

Aangezien hij (saw) alle gebedsvormen van zijn religie op een onovertrefbare wijze verrichtte, allen oversteeg wat taqwā betreft en meer dan iedereen Allah vreesde, onder de heftigste omstandigheden en de zwaarste vormen van verwarring rekening hield met alle aspecten van dienaarschap en deze zowel als de eerste als op de volmaaktste wijze heeft verricht, kent hij uiteraard geen gelijke.

 

Aangezien hij (saw) te midden van zijn duizenden smeekbedes alleen al met ‘Djewshen-ul Kebīr’, op basis van zijn kennis omtrent zijn Heer, op een dusdanige wijze Zijn eigenschappen en Zijn namen beschrijft, en aangezien alle geleerden en ewliyā’s vanaf toen tot en met heden met al hun kennis en bezinning noch dat niveau van kennis noch dat niveau van beschrijven hebben kunnen bereiken, kent hij zelfs op het gebied van smeekbedes geen gelijke. Degene die het begin van ‘De verhandeling over de supplicatie’ bekijkt, waarin zich een korte uitleg betreffende de vertaling van één van de negenennegentig delen uit ‘Djewshen-ul Kebīr’ bevindt, zal zien dat ook deze smeekbede geen gelijke kent. 

 

Aangezien hij (saw) gedurende het verkondigen van zijn profeetschap en het uitnodigen tot de waarheid een ongeëvenaarde vastberadenheid, standvastigheid en moed heeft betoond en dat hij geen greintje twijfel, aarzeling of angst toonde, dat hij de wereld in zijn eentje uitdaagde, dat hij succes behaalde en de Islam over de wereld deed zegevieren ondanks de aanwezigheid van sterke landen en heersende religies, zelfs toen zijn eigen volk, stam en oom, zich uiterst vijandig tegen hem opstelden, toont dat aan dat ook zijn verkondiging en uitnodiging geen gelijke kent, noch kan aan deze een gelijke toegekend worden.