Geloofswaarheden: Verkenningen & Reflecties

De dertiende notitie

 

In deze notitie worden vijf kwesties behandeld die door mensen verkeerd worden begrepen.

 

De eerste kwestie

 

Degenen die zich inzetten en werken voor de Islam en het overbrengen van de geloofswaarheden, dienen hun aandacht exclusief te richten op taken en zaken die hen aangaan. Desondanks vestigen ze hun aandacht op zaken die Allah toebehoren; ze stemmen hun handelingen daarop af en vallen daardoor in vergissing. In het boek ‘Edeb ed-dīn we’d-dunya’ van Imam Mawerdī staat het volgende vermeld: 

 

Eens leverde satan tegenspraak aan Isa (as) en zei tegen hem: “Is de levensduur van iemand niet, zoals alles, volgens het goddelijke lot bepaald? Gooi jezelf dan in dit ravijn; laten we zien of je het overleeft.”

 

Daarop ze Isa (as)     

اِنَّ لِلّٰهِ اَنْ يَخْتَبِرَ عَبْدَهُ وَ لَيْسَ لِلْعَبْدِ اَنْ يَخْتَبِرَ رَبَّهُ

Met andere woorden: Allah kan Zijn dienaar op de proef stellen en zeggen: “Als je dat doet, zal Ik dit doen. Laat maar zien of je het kunt doen.” Maar de dienaar aan de andere kant heeft geen recht en is niet in staat om Allah op de proef te stellen en te zeggen: “Als ik dat doe, zal U dit dan doen?” Een dergelijke houding, waarbij men Allah op de proef stelt, wordt eenvoudigweg als immoreel beschouwd en is in strijd met het dienaarschap. Aangezien dit een feit is, behoort de mens zijn eigen taken te vervullen en zich niet te bemoeien met de zaken van Allah.

 

Het is een bekend voorval dat toen Djelāleddīn Khwarazmshāh, een van de meest vooraanstaande commandanten in de islamitische geschiedenis, die het leger van Dzjengis Khan herhaaldelijk overwon, onderweg was naar het slagveld, zijn vizieren en aanhangers zeiden: ‘De overwinning zal van jou zijn! Allah zal jou laten zegevieren!’