Het Gebed

Vervolgens verricht hij tegenover Zijn onvergankelijke schoonheid en Zijn onveranderlijke heilige attributen en voortdurende volmaaktheid de sudjūd en verkondigt hij in bewondering en deemoedigheid zijn liefde en dienaarschap aan Hem door afstand te nemen van alles buiten Hem. Op deze manier vindt hij Djemīl-i Bāqī, Rahim-i Sermedī in plaats van al het vergankelijke en verkondigt hij met

سُبْحَانَ رَبِّىَ الْاَعْلٰى

dat zijn Rabb-i Alā vrij is van vergankelijkheid en gebrekkigheid.

 

Vervolgens zit hij op zijn knieën en biedt hij Djemīl-i Lem yèzèl, Djelīl-i Lā yèzāl de gezegende aanbiddingen en smeekbedes van de hele schepping aan. Hij vernieuwt zijn eed aan de eerbiedwaardige boodschapper (saw) en maakt zijn gehoorzaamheid aan hem bekend door hem te begroeten. Teneinde zijn īmān te versterken door het te vernieuwen, neemt hij de doelgerichte ordening in het universum waar en legt hij getuigenis af van de eenheid van Sāni-i zul-Djelāl en van de profeetschap van Muhammed de Arabier (saw), die de onderwijzer is van de verschijningen van de namen van Allah en die de verkondiger is van Zijn rubūbiyya en van de daden waarover Hij tevreden is. 

 

Voorwaar, hoe kan iemand nog als een redelijk mens beschouwd worden indien hij niet begrijpt wat voor een fijne en subtiele taak, wat voor een eervolle en behaaglijke dienst, wat voor een aangename en mooie aanbidding en wat voor een belangrijke waarheid het is om het maghrib gebed te verrichten, hetgeen in dit vergankelijke gastenverblijf tot een gesprek met de Eeuwige leidt en een voortdurende gelukzaligheid doet ervaren.