Het Gebed

De middernacht herinnert de mens aan de winter, het graf en ālem-i berzakh. Op deze wijze wordt aan de mens getoond hoe behoeftig zijn ziel is aan de genade van de Barmhartige. Bovendien herinnert het de mens aan wat voor een belangrijk licht de tehejjud (het middernachtgebed) in het graf en in de duisternis van ālem-i berzakh is. Door de mens aan de eindeloze gunsten van Djenāb-i Munim-i Haqīqī binnen al deze veranderingen te herinneren, toont deze tijd aan hoezeer Hij waardig is om verheerlijkt en bedankt te worden. 

 

De fedjr (de ochtend) van de volgende dag herinnert de mens aan de wederopstanding. Inderdaad, zoals het redelijk, noodzakelijk en zeker is dat na de nacht de dag en na de winter de lente zal aanbreken, zo eveneens is het zeker dat na de dood een leven in ālem-i berzakh en na ālem-i berzakh de wederopstanding zal plaatsvinden. 

 

Kortom, zoals elke van deze vijf tijden het begin van een belangrijke dagelijkse verandering vormt en doet herinneren aan de grote veranderingen die zich in ieder jaar, iedere eeuw en ieder tijdperk manifesteren, zo eveneens herinneren de dagelijkse geweldige handelingen van ‘es-Samed’ de mens aan Zijn wonderlijke werken en genadegeschenken die zich in ieder jaar, iedere eeuw en ieder tijdperk manifesteren. Dat houdt dus in dat de voorgeschreven tijden de meest waardige en geschikte tijden zijn voor het verrichten van de opgedragen gebeden, die de wezenlijke taak, de essentie van dienaarschap en de vaststaande schuld van de mens aan Allah zijn.