Het Paradijs

Vraag: wat heeft een lichaam, dat onderhevig is aan tekortkomingen, gebreken, veranderlijkheid, instabiliteit en pijn, te maken met de eeuwigheid en het Paradijs? Aangezien de ziel verheven genoegens kan ervaren, zou dat niet voldoende moeten zijn? Waarom is een lichamelijke opstanding noodzakelijk voor lichamelijke geneugten?

 

Antwoord: Net zoals de aarde in vergelijking met water, lucht en licht dichter en donkerder is, maar desondanks de oorsprong en basis vormt van alle goddelijke scheppingen en daardoor in zekere zin boven alle andere elementen uitstijgt, zo stijgt ook de verdichte nefs van de mens, dankzij haar veelzijdige aard – mits ze zich reinigt – boven alle subtiele vermogens van de mens uit.

 

Op dezelfde manier is het lichaam, of de materiële kant van het bestaan, de meest veelzijdige, omvattende en rijkste spiegel van de manifestaties van de goddelijke namen. De zintuigen en werktuigen waarmee alle genadeschenken van Allah kunnen worden waargenomen, gemeten en overwogen, behoren tot de lichamelijkheid, ofwel de materiële kant van het bestaan.

 

Indien bijvoorbeeld de smaakzin van de tong niet als een meetinstrument zou fungeren voor de verschillende soorten voedsel, zou zij geen onderscheid kunnen maken tussen de smaken en deze niet kunnen proeven of overwegen.

 

Bovendien behoren de werktuigen waarmee de manifestaties van de goddelijke namen kunnen worden waargenomen, herkend en ervaren, tot de lichamelijkheid, ofwel de materiële kant van het bestaan. Ook de vermogens om de oneindig gevarieerde geneugten te ervaren, bevinden zich binnen de lichamelijkheid.

 

Bovendien blijkt uit het verloop van het universum en uit de veelzijdigheid van de mens –zoals in Het Elfde Woord is bewezen– duidelijk dat de Schepper van dit universum door middel van het universum Zijn oneindige schatten van barmhartigheid wil laten kennen, de manifestaties van Zijn namen wil laten begrijpen en alle vormen van Zijn gunsten wil laten ervaren. Zeer zeker zal het paradijs, het oord van eeuwige gelukzaligheid, dat als eindbestemming fungeert voor de stroom van dit universum, en dat de meest indrukwekkende tentoonstellingsruimte is voor de producten van de werkbank van het universum en de eeuwige opslagplaats van de akker van deze wereld, in zekere mate lijken op deze wereld. Het zal al zijn fundamenten behouden, zowel de spirituele als de lichamelijke.

 

En die Alwijze Schepper en Rechtvaardige Barmhartige zal ongetwijfeld de lichamelijke zintuigen en organen belonen met de geneugten die bij hen passen. Dit als erkenning voor hun taken, als waardering voor hun diensten en als beloning voor de specifieke vormen van aanbidding die zij hebben verricht. Anders zou dat in strijd zijn met Zijn wijsheid, rechtvaardigheid en barmhartigheid, en op geen enkele manier verenigbaar zijn met de schoonheid van Zijn barmhartigheid en de volmaaktheid van Zijn rechtvaardigheid.