Het Scheppingsgeheim: universum & mens

“O mensen! Onze heer, de heerser van dit paleis, wil zich bekend maken door het opbouwen van dit paleis en door het in te richten als een tentoonstelling. Jullie dienen aldus inspanningen te verrichten om hem te leren kennen. 

 

Bovendien wil hij zich via deze versieringen geliefd maken. Jullie dienen aldus met het waarderen van zijn kunstvaardigheid en het roemen van zijn werken zijn liefde te verwerven. 

 

Bovendien toont hij zijn liefde door de gunsten die voor jullie ogen ten aanschouwe worden gebracht. Jullie dienen aldus door gehoorzaamheid je liefde jegens hem te bewijzen. 

 

Bovendien geeft hij middels deze giften en gunsten -die overal in dit paleis te zien zijn- blijk van mededogen en genade. Jullie dienen aldus door dankbaarheid eerbied jegens hem te tonen. 

 

Bovendien wil hij door middel van al deze kunstwerken, die het resultaat zijn van zijn volmaaktheid, zijn artistieke vaardigheden tonen, die zijn spirituele schoonheid vertegenwoordigen. Jullie dienen aldus met hartstocht ernaar te verlangen om zijn spirituele schoonheid te aanschouwen en zijn tevredenheid te bereiken.   

 

Bovendien wil hij door zijn unieke zegel, die alleen hem toebehoort, op al deze prachtig versierde kunstwerken te drukken, laten zien dat alles aan hem toebehoort en het werk is van zijn macht. Hij wil laten zien dat hij de enige heerser van dit paleis is, zonder enige partner in zijn heerschappij. Jullie moeten hem dus erkennen als de enige heerser zonder gelijke.

 

Nadat de meester dergelijke woorden, die hij volgens zijn positie heeft moeten zeggen, had geuit, verdeelde het volk die daar aanwezig was, zich in twee groepen.