Het Scheppingsgeheim: universum & mens
De eerste groep: deze bestaat uit degenen die over een gezond verstand en een zuiver hart beschikken. Nadat ze het paleis waren binnengetreden en voordat ze naar de toespraak van de meester hadden geluisterd, hadden ze al die verbazingwekkende kunstwerken in het paleis waargenomen. Ze begrepen dat achter het opbouwen van dat paleis een wijsheid verschuilde en dat het paleis met alles erin niet voor niets was gebouwd. Daarop begonnen ze te bezinnen wat het geheim achter het opbouwen van een dergelijk paleis was. Opeens hoorden ze de leerrijke toespraak van die meester en begrepen ze dat de sleutel van alle geheimen zich bij hem bevond. Daarop wendden ze zich tot hem en zeiden ze: “Assalamu-aleyke (vrede zij met jou), o meester! Een dergelijk geweldig paleis heeft waarlijk zo’n oprechte en heldere verkondiger als jij nodig. Leer ons wat onze heer aan jou heeft verkondigd.”
Daarop verkondigde de meester hen de bovenvermelde toespraak. Ze luisterden aandachtig naar de toespraak, namen zich alles ter harte, profiteerden ervan en handelden om de sultan te behagen volgens de instructies van de toespraak. Aangezien de sultan met hun behoorlijkheid tevreden was, nodigde hij hen naar een ander, nog geweldiger en onbeschrijflijk mooi paleis uit. Daar verleende hij hen zijn gunsten op een manier die het met zijn vrijgevigheid, met dergelijke gehoorzame gasten en met de pracht van een zodanig paleis overeenkomt. Hij beloonde hen met eeuwige gelukzaligheid.
De tweede groep: deze bestaat uit degenen wiens verstand verdorven en hart uitgedoofd was.
Nadat ze het paleis waren binnengegaan, gingen ze achter hun laaghartige verlangens aan en gaven ze nergens om behalve het benutten van die heerlijke spijzen. Ze hielden hun ogen gesloten voor alle voortreffelijkheden die overal in het paleis te zien zijn en hielden hun oren dicht voor de leiding van de meester en de vermaningen van zijn studenten. Ze propten hun buiken vol als dieren en vielen in slaap. Bij het ontwaken dronken ze van de bedwelmende dranken, zonder rekening te houden met de bedoeling ervan. In hun dronkenschap begonnen ze luidruchtig te schreeuwen en brachten ze bij de gasten die daar aanwezig zijn onrust teweeg. Omdat ze tegen de regels van de roemrijke sultan onbeleefd waren, wierpen de soldaten van de sultan, de heer van het paleis, hen in de gevangenis voor dergelijke zedeloze handelingen.