Qàder (Goddelijke Beschikking)

Tweede Onderwerp

 

Een diepgaande wetenschappelijke analyse, uitsluitend bestemd voor geleerden.[1]

 

De vraag: hoe kunnen qàder (de goddelijke beschikking) en de vrije wil van de mens met elkaar in overeenstemming worden gebracht?

 

Het antwoord: dit kan op zeven manieren worden uitgelegd.

 

De eerste manier: de Alwijze Rechtvaardige, Wiens wijsheid en rechtvaardigheid worden bevestigd door de orde en balans van het universum, heeft de mens een vrije wil gegeven, die de basis vormt voor beloning en bestraffing. Wij doorgronden de vele wijsheden achter Zijn handelingen niet. Onze onwetendheid over hoe vrije wil en goddelijke beschikking samenkomen, bewijst dus niet dat vrije wil niet bestaat.

 

De tweede manier: iedereen voelt noodzakelijkerwijs binnen zichzelf een zekere mate van keuzevrijheid en weet intuïtief dat deze bestaat. Het kennen van de aard van iets verschilt van het kennen van het bestaan ervan. Er zijn veel dingen waarvan het bestaan voor ons vanzelfsprekend is, terwijl hun aard voor ons onbekend blijft. Op dezelfde manier kan de vrije wil in deze categorie worden geplaatst. Niet alles valt binnen onze kennis. Ons gebrek aan kennis over iets betekent niet dat het niet bestaat.

 

De derde manier: de vrije wil is niet in strijd met de goddelijke beschikking, maar wordt er juist door bevestigd. Want de goddelijke beschikking is een vorm van goddelijke kennis. Deze goddelijke kennis houdt rekening met onze keuzes en bevestigt dus de vrije wil in plaats van deze te ontkennen.

 

De vierde manier: de goddelijke beschikking is een vorm van kennis. Kennis volgt het gekende. Met andere woorden, kennis hangt af van hoe iets zal zijn; het gekende is niet onderworpen aan kennis. Aldus is kennis geen drijfveer die invloed kan uitoefenen op het gekende ten opzichte van zijn bestaan. Want het wezen en bestaan van het gekende zijn afhankelijk van de goddelijke wil en macht.


 

[1] Dit Tweede Onderwerp behandelt het diepste en meest complexe geheim van de kwestie rond qàder. Volgens alle muhaqqiqīn is het een van de belangrijkste en meest bediscussieerde geloofsvraagstukken in ilm-i kelām. De Risale-i Nur heeft deze kwestie volledig verklaard.