Qàder (Goddelijke Beschikking)

De vraag: als moord toch door Allah wordt geschapen, waarom wordt een mens dan een moordenaar genoemd?

 

Het antwoord: volgens de grammaticale regels van het Arabisch wordt ism-i fā'il (het handelend voornaamwoord of onderwerp) afgeleid van een infinitief werkwoord, dus van een relatieve zaak, en niet van een resultaat dat als gevolg van dat werkwoord tot stand komt. In deze context is het infinitief werkwoord (doden) ons kisb, en daarom worden wij als moordenaar aangeduid. Het gevolg van een infinitief werkwoord (de dood) is echter door Allah geschapen. Datgene wat verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid impliceert, wordt niet afgeleid van het geschapen resultaat, maar van het infinitief werkwoord zelf.

 

De zevende manier: de vrije wil en de vrije keuze van de mens zijn weliswaar zwak en slechts een emr-i itibarī (conceptuele zaak). Niettemin heeft Allah, de absolute Alwijze deze zwakke vrije wil tot een eenvoudige voorwaarde gemaakt voor de betrekking van Zijn absolute en alomvattende wil. Hij zegt als het ware: ‘O Mijn dienaar, welke weg jij met je vrije wil kiest, op die weg zal Ik je leiden. Daarom berust de verantwoordelijkheid bij jou.’

 

Om dit te verduidelijken, een vergelijking (zij het met beperkingen):

 

Stel dat je een zwak kind op je schouders draagt en tegen hem zegt: ‘Waar je heen wilt, daar zal ik je naartoe brengen.’ Als dat kind ervoor kiest om een hoge berg op te gaan en jij hem daarheen brengt, en hij vervolgens kou lijdt of valt, dan zal je hem terechtwijzen en zeggen: ‘Jij hebt dit zelf gewild.’

 

Op dezelfde manier maakt Allah, de Heerser der heersers, de uiterst zwakke menselijke wil tot een eenvoudige voorwaarde en laat Hij Zijn absolute wil daarop betrekking hebben.

 

O mens! In jouw hand bevindt zich een uiterst zwakke wil, die echter een lange reikwijdte heeft bij zonden en vernietiging, maar een uiterst korte reikwijdte bij goede daden. Geef in de ene hand van jouw wil het smeekgebed, zodat je hand het paradijs kan bereiken, dat een vrucht is van de keten der goede daden, en zich kan uitstrekken naar de eeuwige gelukzaligheid, die als een bloem in deze keten bloeit. Geef in de andere hand van jouw wil de smeekbede om vergiffenis, zodat je hand kort blijft in het begaan van zonden en niet kan reiken naar de zaqqūm-boom van de hel, die een vrucht is van de zonden, welke zelf de vervloekte boom vormen.

 

Kortom, net zoals het smeekgebed en het vertrouwen op Allah een grote kracht geven aan de neiging tot het goede, zo snijden de smeekbede om vergiffenis en het tonen van berouw de neiging tot het kwade af en breken zijn overtredingen.