Tederheid Jegens Ouders

O jij, die zich bekommert om zijn levensonderhoud! Weet dat de bron van zegen, de reden tot barmhartigheid en de afweer van ongeluk jouw oude of blinde familielid is, van wie jij het lastig vindt dat hij in jouw huis leeft. Zeg nu niet: “Mijn inkomen is krap, ik kan er niet mee uitkomen.” Immers, indien de zegeningen als gevolg van hun aanwezigheid er niet zouden zijn, dan zou de krapte en schaarste in jouw levensonderhoud nog groter worden. Vertrouw erop dat dit de waarheid is. Ik kan daar absoluut zekere bewijzen voor aanvoeren en jou ervan overtuigen. Om niet al te langdradig te worden, vat ik deze bewijzen kort samen, neem genoegen met mijn woorden.

 

Ik verzeker je dat deze waarheid absoluut zeker is; zelfs mijn nefs en mijn eigen duivel hebben zich daartoe overgegeven. Een waarheid die de hardnekkigheid van mijn nefs heeft gebroken en mijn duivel tot zwijgen heeft gebracht, zou jou ook moeten kunnen overtuigen. Inderdaad, Khaliq-i zul-Djelāl-i wel-Ikraam, Die door de getuigenis van het universum uiterst barmhartig, genadevol, subtiel en vrijgevig is, voorziet de pasgeborenen op een subtiele wijze van voeding door deze via de tepels van hun moeders te laten stromen. Op dezelfde wijze voorziet Hij ook ouderen, die de gemoedstoestand van kinderen krijgen en nog meer dan kinderen barmhartigheid en tederheid nodig hebben, van voeding als een gezegend geschenk. Hij laat de verzorging van hen niet over aan hebzuchtige, gierige mensen.