Tederheid Jegens Ouders
اِنَّ اللّٰهَ هُوَ الرَّزَّاقُ ذُو الْقُوَّةِ الْمَتٖينُ Inderdaad, Allah is de Voorziener, de Bezitter van de sterkste macht. De Koran 51:58
وَكَاَيِّنْ مِنْ دَٓابَّةٍ لَا تَحْمِلُ رِزْقَهَا اَللّٰهُ يَرْزُقُهَا وَاِيَّاكُمْ En hoeveel levende wezens zijn er niet die hun eigen levensonderhoud niet dragen! Allah voorziet voor hen en voor jullie in levensonderhoud. Hij is de Alhorende, de Alwetende. – De Koran 29:60
De waarheid die deze verzen tot uitdrukking brengen, wordt door alle levende wezens kenbaar gemaakt door middel van hun daden. Niet alleen het levensonderhoud van oude familieleden, maar zelfs dat van bepaalde dieren zoals katten, die aan de mens als vriend zijn geschonken en waarvan het onderhoud deel uitmaakt van het levensonderhoud van mensen, geschiedt als een gezegend geschenk. Een voorbeeld dat dit bevestigt en dat ik zelf heb meegemaakt:
Mijn meest nabije vrienden weten dat gedurende twee à drie jaar lang mijn rantsoen voor elke dag uit een half brood[1] bestond, hetgeen meestal niet toereikend was. Toen kwamen vier katten bij mij als gasten. Hetzelfde rantsoen was zowel voor mij alsmede voor hen toereikend, en meestal bleef er zelfs nog wat eten over. Deze omstandigheid heeft zich dermate vaak herhaald dat ik tot de overtuiging ben gekomen dat ik baat heb gehad bij het gezegende geschenk van de katten. Uit vaste overtuiging maak ik bekend dat zij geen last voor mij hebben gevormd en mij geen dank waren verschuldigd. Integendeel, ik was hun dank verschuldigd!
[1] Het brood in dit dorp was gering van omvang.