De Koran: De Onthuller van de Werkelijkheid

Dertiende Woord – Eerste Hoofdstuk
بِسْمِ اللّٰهِ الرَّحْمٰنِ الرَّحٖيمِIn de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle
وَنُنَزِّلُ مِنَ الْقُرْاٰنِ مَا هُوَ شِفَاۤءٌ وَرَحْمَةٌ لِلْمُؤْمِنِينَEn Wij zenden neer van de Koran hetgeen een genezing en een barmhartigheid is voor de gelovigen. – De Koran 17:82
وَمَا عَلَّمْنَاهُ الشِّعْرَWij hebben hem de poëzie niet onderwezen. – De Koran 36:69 وَمَا يَنْبَغِى لَهُEn het past hem niet. – De Koran 36:69
Als je de vruchten van wijsheid, de lessen van inzicht en het niveau van kennis van de Koran wilt vergelijken met die van de filosofie en haar wetenschappen, let dan goed op de volgende woorden.
De Koran scheurt met zijn indringende en scherpe bewoordingen de sluier van gewoonheid en gewenning die hangt over de buitengewone en wonderbaarlijke verschijnselen in de schepping – verschijnselen die doorgaans onder de naam van het alledaagse worden genoemd. Hij onthult deze verbazingwekkende werkelijkheden aan bewuste zielen, wekt hun blik tot bezinning en opent voor het verstand een onuitputtelijke schatkamer van kennis.
De wijsheid van de filosofie daarentegen bedekt de wonderen van Allah’s macht met de sluier van gewoonte, en beschouwt ze op onwetende en onverschillige wijze als gewone verschijnselen. Slechts de zeldzame gevallen en individuen die buiten het kader van het wonderbaarlijke vallen en afwijken van de ordening van de schepping, presenteert zij aan de bewuste wezens als verwonderingwekkende uitzonderingen.
Zo beschouwt de filosofie bijvoorbeeld de schepping van de mens – een van de meest omvattende wonderen van Allah’s macht – als iets gewoons, en benadert het met onverschilligheid. Maar wanneer een mens verschijnt met drie benen of twee hoofden, die afwijkt van de volmaaktheid van de schepping, stelt zij dit met een kreet van verwondering voor als een fascinerende bijzonderheid.
Evenzo beschouwt zij de welgeordende voorziening van voedsel aan alle pasgeboren nakomelingen uit de onzichtbare schatkamers van de goddelijke barmhartigheid – een van de meest subtiele en veelomvattende wonderen van Allah – als iets heel gewoons, en bedekt dit met de sluier van ongeloof. Maar wanneer zij een eenzaam insect ziet dat, verdwaald van zijn soortgenoten, diep in de zee met een groen blaadje wordt gevoed, wil zij de aanwezige vissers tot tranen roeren vanwege de gunst en vrijgevigheid die zich daar manifesteren.[1]
Kijk dan eens naar de rijkdom en overvloed die de Edelmoedige Koran bezit aan wetenschap, wijsheid en kennis van Allah, en zie daartegenover de armoede en het failliet van de filosofie op het gebied van haar wetenschap, inzicht en kennis van de Schepper. Trek daar een les uit.
Juist uit deze diepe waarheid blijkt dat de Koran, waarin eindeloos stralende en verheven werkelijkheden besloten liggen, geen behoefte heeft aan dichterlijke verbeelding. Inderdaad, hoewel de Koran een volmaakte woordschikking en ordening bezit die zich op het niveau van het wonderbaarlijke bevindt en hoewel hij de kunstzinnige ordening van de schepping met zijn welgeordende stijl uiteenzet, is het geen poëzie. Een van de redenen waarom de Koran geen poëzie is:
De verzen van de Koran zijn niet vastgelegd in een metrisch ritme, zodat elk afzonderlijk vers als een centrum kan functioneren en een broeder kan zijn voor vele andere verzen. Om als een band te dienen voor de innerlijke samenhang, vormt ieder vers een verbindingslijn met de verzen die zich binnen zijn contextuele sfeer bevinden. Het is alsof elk vers een oog heeft dat naar talloze andere kijkt, en een gezicht dat zich naar hen toe wendt.
Zo bevinden zich in de Koran duizend Korans, waarvan ieder mens – overeenkomstig zijn gesteldheid – ontvangt wat bij hem past. Zoals uitgelegd in het Vijfentwintigste Woord, bevat soera el-IkhlasHet oprecht aanbidden alleen om zich de tevredenheid van Allah te verwerven en door geen enkel ander voordeel als doelstelling te nemen zichzelf voor roem en voor aanzien te behoeden. een schat aan kennis over de leerstelling van de goddelijke eenheid. Deze schat omvat in totaal zesendertig variaties op soera el-IkhlasHet oprecht aanbidden alleen om zich de tevredenheid van Allah te verwerven en door geen enkel ander voordeel als doelstelling te nemen zichzelf voor roem en voor aanzien te behoeden., gevormd uit de verschillende samenstellingen van de zes zinnen waaruit deze soera bestaat.
Zoals de ogenschijnlijk wanordelijke sterren in de hemel – doordat zij niet aan een vaste ordening zijn gebonden – elk op zichzelf geen beperking kennen, zo kan iedere ster als een centrum functioneren voor vele andere sterren binnen haar omvattende kring. Iedere ster strekt als het ware een lijn van verhouding uit naar de andere sterren in haar sfeer, als een subtiele aanwijzing voor de verborgen onderlinge relaties tussen de wezens. Het is alsof elke afzonderlijke ster, als een stralend vers, een oog heeft dat naar alle andere sterren kijkt, en een gezicht dat zich tot hen wendt.
Zie dan achter deze ogenschijnlijke wanorde het volmaakte evenwicht en neem daar een les uit. Begrijp daarmee een van de geheimen van de uitspraak:
وَمَا عَلَّمْنَاهُ الشِّعْرَWij hebben hem de poëzie niet onderwezen. – De Koran 36:69
Doorgrond tevens de wijsheid in het vers:
وَمَا يَنْبَغِى لَهُEn het past hem niet. – De Koran 36:69
De aard van poëzie is immers het opsieren van kleine en zwakke werkelijkheden met grote en schitterende verbeeldingen, zodat ze aantrekkelijk lijken.
Echter, de waarheden van de Koran zijn zo groot, verheven, lichtgevend en vol glans, dat zelfs de meest schitterende en stralende verbeelding in hun aanwezigheid klein en dof verbleekt.
Denk bijvoorbeeld aan de volgende verzen, die van zulke verheven waarheden getuigen:
يَوْمَ نَطْوِى السَّمَاۤءَ كَطَىِّ السِّجِلِّ لِلْكُتُبِOp de Dag dat Wij de hemel oprollen als een boekrol… – De Koran 21:104
يُغْشِى الَّيْلَ النَّهَارَ يَطْلُبُهُ حَثِيثاًHij laat de nacht de dag bedekken, in een gehaaste opeenvolging. – De Koran 7:54
اِنْ كَانَتْ اِلاَّ صَيْحَةً وَاحِدَةً فَاِذَا هُمْ جَمِيعٌ لَدَيْنَا مُحْضَرُونَHet was slechts één donderslag, en zie! Allen werden bij Ons verzameld… – De Koran 36:53
Als je wilt zien en ervaren hoe elk vers van de Koran als een schitterende ster het licht van wonder en hidaya verspreidt, en hoe het de duisternis van ongeloof verdrijft, stel je dan voor dat je leeft in de tijd van onwetendheid, in de woestijn van het bedoeïenenbestaan, waar alles bedekt is met de duisternis van onwetendheid en achteloosheid, gehuld in de sluier van levenloze materie en blinde natuur.
En stel je dan voor dat je, midden in die duisternis, plotseling de verheven stem van de Koran hoort, met verzen zoals:
يُسَبِّحُVerheerlijkt ِللّٰهِ مَا فِى السَّمٰوَاتِ وَمَا فِى اْلاَرْض الْمَلِكِ الْقُدُّوسِ الْعَزِيزِالْحَكِيمِAl wat in de hemelen en op de aarde is, verheerlijkt Allah – de Heerser, de Heilige, de Almachtige, de Alwijze. – De Koran 62:1
Zie dan hoe, door het geluid van يُسَبِّحُVerheerlijkt , de dode of sluimerende wezens van de schepping, in jouw waarneming tot leven komen, wakker worden, opstaan en hun Heer beginnen te prijzen.
Zo tonen ook de sterren, die in de duistere hemel slechts levenloze vonken lijken, en de schijnbaar ellendige schepselen op aarde – wanneer de roep
تُسَبِّحُ لَهُ السَّمٰوَاتُ السَّبْعُ وَالْأَرْضُDe zeven hemelen en de aarde verheerlijken Hem. – De Koran 62:1
wordt gehoord – zich in het oog van de luisteraar als volgt:
De hemel is als een mond, met de sterren als woorden vol wijsheid en lichtende uitingen van waarheid. De aarde verschijnt als een hoofd, met land en zee als twee tongen, en alle dieren en planten als lofprijzende woorden die zich openbaren aan bewuste zielen.
Maar als je jezelf niet in die tijd voorstelt en slechts vanuit het heden terugkijkt naar dat moment, waarop die verzen voor het eerst hun licht lieten schijnen in een wereld van duisternis, zul je de fijngevoelige lagen van die wonderbaarlijke openbaring niet ten volle kunnen proeven en waarderen.
Aangezien de verzen van de Koran vanaf hun openbaring tot op de dag van vandaag overal hun licht verspreiden, zijn de daarin vervatte waarheden mettertijd tot algemene kennis geworden, en worden zij verlicht door andere waarheden van de islam, of worden zij eenvoudigweg als vanzelfsprekend aanvaard omdat zij deel uitmaken van de Koran.
Wanneer je de Koran dan bekijkt met die blik, of met een blik van simpele gewenning, zul je niet ten volle beseffen welk soort duisternis elk afzonderlijk vers op wonderbaarlijke en aangename wijze heeft verdreven en verlicht. En zo zul je ook niet ten volle de verrukking kunnen ervaren van dit specifieke wonder, te midden van de vele andere vormen van wonderbaarlijkheid in de Koran.
Als je een glimp wilt opvangen van de hoogste graad van het wonder van de Koran, zijn goddelijke welsprekendheid, kijk dan door de verrekijker van deze gelijkenis:
Stel je een zeer hoge, wijdvertakte en wonderlijke boom voor, die schuilt achter de sluier van het verborgene, gehuld in een laag van verhulling. Zoals bekend is er – net als tussen de ledematen van een mens – ook tussen alle delen van een boom, zoals de takken, bladeren, bloemen en vruchten, een innerlijke samenhang, verhouding en balans noodzakelijk. Elk deel krijgt zijn vorm en aard in overeenstemming met de aard van de boom zelf.
Als iemand zou verschijnen en op een groot doek voor elk deel van die onzichtbare boom – van tak tot vrucht en van vrucht tot blad – een exact passende en harmonieuze afbeelding tekent, en als hij – ondanks de grote afstand tussen begin en einde – de volledige boom afbeeldt met samenhang en precisie, dan bestaat er geen enkele twijfel dat deze tekenaar de onzichtbare boom aanschouwt met een blik die doordringt in het verborgene, die het geheel omvat en het vervolgens op die wijze weet uit te beelden.
Op gelijke wijze heeft de wonderbaarlijk welsprekende Koran, in zijn verklaringen over de ware essentie van het bestaan – de werkelijkheid van de boom der schepping, die zich uitstrekt van het begin van de wereld tot aan het uiterste van het hiernamaals, van de aarde tot aan de arshEen plaats waar de grootsheid en de verhevenheid van Allah zich in de meest ultieme vorm manifesteren., en van de kleinste deeltjes tot aan de zon – met zo’n volmaakte samenhang aan elke tak, elke vrucht en elk deel de juiste vorm en plaats toegekend, dat alle diepgaande onderzoekers, aan het eind van hun zoektocht, niets anders konden zeggen dan:
“MāshāAllāhWat Allah heeft gewild; een uitdrukking die wordt gebruikt om waardering, vreugde, lof of dankbaarheid uit te drukken voor een bepaalde gebeurtenis of een bepaalde persoon., BārakAllāhMoge Allah het zegenen; een uitdrukking die wordt gebruikt om waardering, vreugde, lof of dankbaarheid uit te drukken voor een bepaalde gebeurtenis of een bepaalde persoon.! O Koran vol wijsheid, jij bent het die het geheim van het universum en het mysterie van de schepping hebt ontsloten en geopenbaard!”
Laten we de namen, eigenschappen, handelingen en manifestaties van Allah beschouwen als een lichtgevende Tūbā-boomEen boom in het paradijs waarvan de wortels in de lucht en de takken naar beneden hangen.: een verheven, stralende boom waarvan de omvang zich uitstrekt van eeuwigheid tot eeuwigheid. Haar majesteitelijke grenzen verspreiden zich door de eindeloze ruimte en omvatten haar volledig. En de sfeer van haar werking reikt van:
يَحُولُ بَيْنَ الْمَرْءِ وَقَلْبِهِHij staat tussen de mens en zijn hart
en
فَالِقُ الْحَبِّ وَالنَّوَى – هُوَ الَّذِي يُصَوِّرُكُمْ فِي الْأَرْحَامِ كَيْفَ يَشَاءُHij is het die de zaadkorrel en pit splijt – Hij vormt jullie in de baarmoeders zoals Hij wil
tot aan:
وَالسَّمَاوَاتُ مَطْوِيَّاتٌ بِيَمِينِهِ – خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ فِي سِتَّةِ أَيَّامٍ – وَسَخَّرَ الشَّمْسَ وَالْقَمَرَDe hemelen zullen opgevouwen zijn in Zijn Rechterhand – Hij heeft de hemelen en de aarde in zes dagen geschapen – en Hij heeft de zon en de maan dienstbaar gemaakt
De Koran vol wijsheid heeft deze lichtvolle werkelijkheid van de goddelijke namen, eigenschappen, handelingen en manifestaties op zo’n harmonieuze wijze uiteengezet, dat zij – als waren het de twijgen, takken, vruchten en uiteindelijke doelen van een verheven boom – elkaar volmaakt aanvullen en ondersteunen, zonder elkaar tegen te spreken, te verzwakken of elkaars werking te ondermijnen.
Alle ewliyāDegene die de tevredenheid van Allah opzoekt en hoge spirituele niveaus bereikt door middel van aanbidding en gehoorzaamheid.’s die begenadigd zijn met spirituele ontvouwing (kashf) en die de waarheid hebben doorgrond, evenals alle mensen van inzicht en wijsheid die zich in de wereld van spiritualiteit hebben verdiept, hebben bij het horen van de verkondigingen van de Koran uitgeroepen:
“SubhānAllāhAllah is feilloos.! Wat een waarheid, wat een harmonie, wat een schoonheid, wat een gepaste volmaaktheid die aan Hem toekomt!”
Bijvoorbeeld, de Koran toont de zes geloofspijlers als één enkele, machtige tak die ontspringt uit twee bomen: het domein van het mogelijke (imkānDe toestand waarbij de existentie en non-existentie van alles in de mogelijkheid ligt en alleen op bevel van de Schepper tot stand kan komen.) en dat van het noodzakelijke (wudjūbDe noodzakelijkheid; verwijst naar het Wezen, de Eigenschappen en de Namen van Allah, Die noodzakelijk bestaan.). De Koran beeldt alle vertakkingen van deze pilaren – tot aan de meest verfijnde vruchten en bloesems – zó harmonieus uit, beschrijft ze zó evenwichtig en illustreert ze op zo’n verfijnd samenhangende wijze, dat het menselijke verstand dit geheel niet volledig kan bevatten en slechts vervuld raakt van bewondering voor haar schoonheid.
Ook in de verklaringen van de Koran komt een schitterende samenhang, een volmaakte harmonie en een volledig evenwicht tot uiting – zowel tussen de vijf pijlers van de islam, die samen één twijg vormen aan de tak van het geloof, als binnen de fijnste details, de meest bescheiden gedragingen, de diepste wijsheden, de verste doelen en de geringste vruchten ervan.
De oprechte getuige en het onbetwistbare bewijs daarvan is het volmaakte evenwicht, de innerlijke consistentie, de schitterende samenhang en de onwankelbare stabiliteit van de Islamitische Wetgeving (Sherī'a el-KubraDe Grote ShariaDe islamitische wetgeving die voortkomt uit de verzen van de Kuran en de handelingen en de spreuken van profeet Muhammed (saw).; de Islamitische Wetgeving, gebaseerd op de Koran en de hadithDe Islamitische overlevering betreffende de handelingen en uitspraken van profeet Muhammed (saw), die alle aspecten van het leven omvatten.), die voortkomt uit de duidelijke voorschriften, betekenisvolle aspecten, treffende aanwijzingen en veelzeggende aanduidingen van de alomvattende Koran.
Daaruit blijkt duidelijk dat de verklaringen van de Koran onmogelijk gebaseerd kunnen zijn op de beperkte kennis van een mens of van een ongeletterde, zoals de Profeet Muhammed (saw). Veeleer berusten zij op een alomvattende kennis en zijn zij het woord van Degene Die alle dingen tegelijk overziet en van pre-eeuwigheid tot eeuwigheid alles in een tijdloze aanschouwing omvat.
Het volgende vers wijst op deze waarheid:
اَلْحَمْدُ ِللّٰهِ الَّذِۤى اَنْزَلَ عَلٰى عَبْدِهِ الْكِتَابَ وَلَمْ يَجْعَلْ لَهُ عِوَجًاAlle lof zij Allah, Die aan Zijn dienaar het Boek heeft neergezonden en daarin geen scheefheid heeft aangebracht. – De Koran 18:1
اَللّٰهُمَّ يَا مُنَزِّلَ الْقُرْاٰنِ بِحَقِّ الْقُرْاٰنِ وَبِحَقِّ مَنْ اُنْزِلَ عَلَيْهِ الْقُرْاٰنُ نَوِّرْ قُلُوبَنَا وَقُبوُرَنَا بِنُورِ اْلاِيمَانِ وَالْقُرْاٰنِ اٰمِينَ يَا مُسْتَعَانُO Allah! O Degene die de Koran heeft neergezonden! Omwille van de Koran, en omwille van hem aan wie de Koran is geopenbaard, verlicht onze harten en onze graven met het licht van het geloof en het licht van de Koran. Amīn. O Degene bij Wie hulp wordt gezocht
[1] Een precies dergelijk geval deed zich in Amerika voor.