Waarschuwing van Bediuzzaman aan Jongeren

Een Waarschuwing, een Les en een Vermaning aan Hulpeloze Jongeren
Op een dag kwamen enkele stralende jongeren bij mij op bezoek. Ze wilden van mij een krachtige waarschuwing ontvangen om zich te beschermen tegen de verleidingen van het leven, de jeugd en hun begeerten.
Net zoals ik eerder had gezegd tegen de jongeren die hulp zochten uit de Risale-i Nur, zei ik tegen hen:
Jullie jeugd zal zeker voorbijgaan. Als jullie niet binnen de grenzen van het geoorloofde blijven, zal jullie jeugd verkwist worden en jullie zowel in deze wereld, als in het graf en het hiernamaals veel meer ellende en kwellingen brengen dan het plezier dat jullie eraan beleven. Maar als jullie deze zegen – jullie jeugd – doorbrengen in kuisheid, eerbaarheid en gehoorzaamheid als een blijk van dankbaarheid, volgens de islamitische opvoeding, dan zal die jeugd geestelijk blijven voortbestaan en de bron zijn voor het verwerven van een eeuwige jeugd.
Het leven zelf – als het niet verlicht wordt door geloof, of als de werking van het geloof wordt tenietgedaan door zonden – zal veel meer verdriet, pijn en zorgen brengen dan het ogenschijnlijke en kortstondige plezier dat het biedt. Want de mens bezit verstand en denkvermogen, waardoor hij, in tegenstelling tot dieren, van nature niet alleen met het heden, maar ook met het verleden en de toekomst is verbonden. Door die verbondenheid met de tijd kan hij zowel uit het heden als uit het verleden en de toekomst leed en vreugde ervaren.
Aangezien een dier geen denkvermogen bezit, wordt zijn huidige genot niet verstoord door verdriet om wat in het verleden is gebeurd, noch door angst voor wat nog komen kan. Maar een mens die in dwaasheid en achteloosheid leeft, laat zijn huidige genoegen vergallen door verdriet over het verleden en zorgen over de toekomst. Vooral wanneer dat genoegen ongeoorloofd is, wordt het als vergiftigde honing: ogenschijnlijk zoet, maar in werkelijkheid schadelijk.
Aldus zakt de mens, in termen van levensgenot, honderd keer lager dan een dier. Want het leven van een afgedwaalde en achteloze persoon – evenals zijn bestaan en zijn hele universum – beperkt zich tot de dag waarin hij zich bevindt. Voor hem zijn alle voorbije tijden en de werelden van het verleden niet-bestaand en dood. Omdat hij beschikt over verstand, roept het verleden in hem duisternis en leegte op. Ook de toekomst is, vanuit het perspectief van zijn ongeloof, niet-bestaand. En de eeuwige scheidingen die voortkomen uit dat niet-bestaan, werpen door zijn denkvermogen voortdurend schaduwen van duisternis.
Maar wanneer het geloof het leven werkelijk tot leven brengt, dan worden zowel het verleden als de toekomst verlicht door het licht van het geloof, en verkrijgen zij een bestaan. Net als het heden schenken zij — dankzij het geloof — aan de ziel en het hart van de mens verheven en spirituele vormen van vreugde, en lichten van bestaan.
Deze waarheid wordt dieper uitgelegd in de Zevende Hoop van de Verhandeling over de Ouderen; het is de moeite waard om die eens te raadplegen.
Inderdaad, zo is het leven. Als jullie werkelijk willen genieten van het leven, verlevendig dan jullie leven met geloof, versier het met de geboden van Allah, en bescherm het door jullie te weerhouden van zonden.
Zoals ik eerder tegen andere jongeren heb verteld, wil ik ook met jullie de realiteit van de dood – die overal en altijd waarneembaar is – uitleggen aan de hand van een voorbeeld:
Stel je voor dat er hier, voor onze ogen, een galg is opgesteld. Daarnaast bevindt zich een loket waar loterijtickets worden uitgedeeld voor een buitengewoon grote prijs. Wij, tien mensen die hier samen zijn, zullen zonder uitzondering op een onbekend moment worden opgeroepen. Omdat niemand van ons weet wanneer dat zal gebeuren, kunnen we ieder moment één van de volgende twee mededelingen krijgen:
“Kom, neem je doodsticket en klim op de galg.”
Of juist:
“Kom, er ligt een winnend ticket voor je klaar ter waarde van miljoenen goudstukken. Neem het!”
Terwijl wij afwachten, verschijnen er plotseling twee personen bij de deur.
De één is een halfnaakte, mooie maar verleidelijke vrouw, met in haar hand een ogenschijnlijk heerlijke, maar in werkelijkheid vergiftigde taart. Zij biedt die ons aan.
De ander is een eerlijke, oprechte en betrouwbare man, die zegt:
“Ik heb een talisman en een instructie voor jullie meegebracht. Als jullie deze instructie lezen en opvolgen, en niet van die taart eten, dan zullen jullie gered worden van de galg.
Met deze talisman ontvangen jullie bovendien een uniek loterijticket voor een buitengewone prijs. Kijk maar naar die galg. Jullie zien met eigen ogen dat degenen die van de taart eten daar uiteindelijk eindigen, en onderweg lijden ze verschrikkelijke pijnen door het gif dat erin zit. De winnaars van de grote prijs zijn misschien niet zichtbaar, maar miljoenen getuigen hebben gemeld dat zij die galg gebruiken als opstapje naar een paleis vol beloningen.
Kijk maar door de ramen. Grote autoriteiten roepen luid en duidelijk:
'Zoals jullie degenen die naar de galg lopen met het blote oog zien, wees er dan net zo zeker van – helder, zonder twijfel – dat de bezitters van de talisman dit loterijticket zullen ontvangen.'"
Inderdaad, zoals in dit voorbeeld, leiden de schijnbaar plezierige, maar in werkelijkheid vergiftigde, ongeoorloofde genietingen van de jeugd ertoe dat men zijn geloof verliest – het toegangsbewijs tot eeuwige schatten en gelukzaligheid. Daardoor valt men rechtstreeks in de dood als galg, en in het graf als poort naar eeuwige vernietiging, zoals het aan de buitenkant lijkt. En omdat het doodsuur onbekend is, kan het onverwachts komen – ongeacht of iemand jong is of oud – en op elk moment een einde maken aan iemands leven.
Als de mens afstand neemt van die vergiftigde genietingen en zich wendt tot het geloof en de verplichtingen van de islam – de talisman van de Koran – dan zal hij het loterijticket van eeuwig geluk in handen krijgen. Een ticket waarvan 124.000 profeten, talloze ewliyāDegene die de tevredenheid van Allah opzoekt en hoge spirituele niveaus bereikt door middel van aanbidding en gehoorzaamheid.’s en waarheidszoekers hebben getuigd, en waarvan zij de bewijzen hebben getoond.
Kortom: de jeugd zal voorbijgaan. Als die wordt verspild aan zonden en losbandigheid, zal dat zowel in deze wereld als in het hiernamaals duizenden vormen van pijn en ellende tot gevolg hebben. En als u wilt begrijpen dat jongeren die hun jeugd misbruiken en verspillen vaak eindigen met zorgwekkende ziektes in ziekenhuizen, of als gevolg van buitensporig gedrag terechtkomen in gevangenissen of psychiatrische instellingen, of door depressies, voortgekomen uit geestelijke kwellingen, hun toevlucht zoeken in bars, raadpleeg dan de ziekenhuizen, de gevangenissen en de begraafplaatsen.
In ziekenhuizen zullen jullie de klachten en de spijt van jongeren horen die lijden aan ziekten die voortkomen uit de verspilling en het misbruik van hun jeugd, gedreven door tijdelijke begeerten; uit gevangenissen zullen jullie vaak de spijtige kreten horen van ongelukkige jongeren die zijn gestraft voor hun ongeoorloofde gedrag, dat het gevolg is van hun jeugdige buitensporigheden; en bij het graf, dat voortdurend zijn poorten opent en sluit voor nieuwe doden, zullen jullie beseffen dat veel van de kwellingen daar het resultaat zijn van het misbruik van de jeugd – zoals waargenomen wordt door de ehl-i keshfMet de toestemming van Allah tot een bepaalde punt het kunnen waarnemen van sommige gebeurtenissen en zaken met betrekking tot het verborgene.De hoge spirituele niveaus bereikte mensen die met de toestemming van Allah tot een bepaalde punt sommige gebeurtenissen en zaken met betrekking tot het verborgene kunnen waarnemen. el-qubūr en bevestigd en beaamd door alle waarheidsgetrouwe geleerden.
Bovendien kunnen jullie ook de ouderen en zieken, die het merendeel van de mensheid uitmaken, raadplegen. Zij zullen zeggen: “Wee ons! Wij hebben onze jeugd op een zinloze en ongunstige manier verspild. Doe niet zoals wij.”
Hoewel iemand die slechts vijf of tien jaar zondig plezier geniet in zijn jeugd en vervolgens vele jaren verdriet in deze wereld en straf in het hiernamaals ondergaat, zich in een beklagenswaardige toestand bevindt, heeft hij in werkelijkheid geen recht op medelijden. Want volgens het principe:
اَلرَّاضِى بِالضَّرَرِ لاَ يُنْظَرُ لَهُDegene die instemt met schade, verdient geen medelijden
verdient iemand die zichzelf willens en wetens in gevaar brengt, geen genade.
Moge Allah ons en jullie behoeden voor de verleidingen en verlokkingen van deze tijd. Amīn.