Condoleance bij het Overlijden van een Kind

Het tweede punt

 

Eens bevond zich een man in een gevangenis. Eén van zijn geliefde kinderen werd naar hem toegestuurd. Die arme gevangene had naast zijn eigen leed ook het leed van de zorg om zijn kind, dat hij niet van prettig verblijf kon voorzien. Toen stuurde de barmhartige heerser één van zijn mannen naar hem toe met de volgende boodschap: “Hoewel dit kind van jou is, behoort het ook tot mijn onderdanen en maakt het deel uit van mijn volk. Ik ga hem meenemen en in een mooi paleis laten verzorgen.” De man begon te huilen en te smeken: “Ik sta mijn kind, mijn bron van troost, niet af.” Hierop zeiden zijn medegevangenen tegen hem: “Jouw verdriet is onnodig. In plaats van medelijden met het kind te hebben, kan je beter bedenken dat hij niet langer in deze vieze, stinkende, benauwde gevangenis hoeft te verblijven. Hij zal in een paleis terechtkomen en daarbinnen zal hij blij en gelukkig worden. Indien jij medelijden hebt met jezelf en uit eigen belang handelt, en het kind hier bij jou blijft, heb jij daar misschien kortstondig een twijfelachtig voordeel van, maar je zal vanwege de moeilijkheden die het kind hier doormaakt zelf ook veel leed en ellende meemaken. Indien hij naar het paleis gaat, dan zal dat jou duizend voordelen opleveren. Hij zal immers de genade van de sultan aantrekken en voor jou als bemiddelaar optreden. De sultan zal wensen dat jouw kind jou weer ziet. Om dit te verwezenlijken zal hij zeer zeker niet hem naar de gevangenis sturen, maar in plaats daarvan jou uit de gevangenis halen en naar zijn paleis brengen om jullie daar met elkaar te verenigen; dit alles onder voorwaarde dat jij op de sultan vertrouwt en hem gehoorzaamt.”