Dankbaarheid & Hebzucht
Het vooraanzicht
Het vooraanzicht staat symbool voor de dood. Een filosofisch ingesteld persoon die dit aanzicht bekijkt, zal opmerken dat alle levensvormen, zowel menselijk als dierlijk, in groepen snel de dood bereiken en vergaan. Met andere woorden, ze bewegen zich richting non-existentie. Omdat hij zichzelf ook beschouwt als een reiziger op die weg, verliest hij bijna zijn verstand door verdriet.
Echter, een gelovige die vanuit een gelovig perspectief kijkt, ziet dat de reis van de mensheid niet naar non-existentie gaat, maar eerder een verplaatsing is van het ene hoogland naar het andere, vergelijkbaar met de migraties van nomaden. Hij begrijpt dat de mensheid zich verplaatst van een tijdelijke naar een eeuwige verblijfplaats, van een beproevingsoord naar een beloningsoord, en van een wereld vol moeilijkheden naar een wereld vol genade. Hij beseft dat zijn bestemming niet eindigt in non-existentie en verwelkomt de dood daardoor met genoegen.
Dat wil zeggen dat de uitdagingen die men onderweg tegenkomt, zoals de dood en het graf, uiteindelijk leiden tot gelukzaligheid. Het pad naar verlichte werelden loopt namelijk langs het graf. Immers, grote gelukzaligheden komen tot stand als gevolg van grote en pijnlijke beproevingen en uitdagingen. Bijvoorbeeld, profeet Yusuf (as) ervaarde het geluk van de kroning tot onderkoning van Egypte pas nadat zijn broers hem in een put hadden geworpen en hij onterecht gevangen zat vanwege de laster van Zaliha. Of denk aan een kind dat pas het wereldse geluk ervaart nadat het de moeilijke reis door de nauwe en donkere tunnel, de baarmoeder, heeft doorstaan.