De Korte Woorden

Het tweede punt

 

Aanbidding houdt in dat de dienaar in de tegenwoordigheid van Allah zijn gebrekkigheid, machteloosheid en behoeftigheid doorziet en vol bewondering en liefde tegenover Zijn volmaakte rubūbiyya, onafhankelijke macht en goddelijke genade de sudjūd verricht.

 

Oftewel, zoals de heerschappij van Allah van Zijn dienaren dienaarschap en gehoorzaamheid vereist, zo eveneens vereist Zijn zuiverheid dat een dienaar zijn eigen fouten inziet en om vergiffenis vraagt, dat hij erkent dat zijn Heer vrij is van alle soorten gebreken, rein en verheven is boven de valse beeldvorming van de afgedwaalden en ver verwijderd is van de tekortkomingen van de gehele schepping. Het vereist eveneens dat hij dit allemaal verkondigt met SubhānAllāh.

 

De absolute macht van Allah vereist dat een dienaar door zijn eigen machteloosheid en die van de hele schepping in te zien, tegenover de geweldige werken van Zijn macht vol verering en bewondering Allahu-Akbar zegt, met nederigheid de rukū verricht en met tewekkul zijn toevlucht tot Hem neemt.