De Listen van de Duivel

Eens zeiden mensen tegen een struisvogel: “Je hebt vleugels, gebruik deze en vlieg!” De struisvogel sloot echter zijn vleugels en zei: “Ik ben een lastdier.” Hierdoor vloog hij niet en viel hij in de val van een jager. Toen de struisvogel dit besefte, stak hij zijn kop in het zand om niet door de jager opgemerkt te worden. Zijn grote lichaam bleef echter zichtbaar op het veld, een gemakkelijk doelwit voor de jager. Daarna zeiden ze tegen de struisvogel: “Omdat je beweert een lastdier te zijn, draag dan lading op je rug.” Toen opende hij zijn vleugels en zei: “Ik ben een vogel.” Hierdoor wist hij zichzelf van die lading te bevrijden. Maar zonder bescherming en zonder voer werd hij een doelwit voor jagers.

 

Evenzo verlaat een ongelovige na het aanhoren van de hemelse verkondigingen van de Koran het absolute ongeloof en vervalt hij in een sceptisch ongeloof. Als het volgende aan hem gevraagd zou worden: “Jij beschouwt de dood en de scheiding als een eeuwige vernietiging. De galg waaraan je zult hangen is voor je ogen. Hoe kan iemand die zich voortdurend in een dergelijke toestand bevindt nog genieten van het leven? Dan zal de ongelovige dankzij zijn aandeel in de alomvattende genade en het alomvattende licht van de Koran het volgende zeggen: “De dood is geen vernietiging; wellicht bestaat er eeuwigheid.” Of hij zal als een struisvogel zijn hoofd in het zand van onachtzaamheid begraven, opdat de dood hem niet ziet, het graf hem niet bespiedt en de scheiding van al zijn wereldse geliefden hem niet treft.