De Listen van de Duivel
Het zevende teken
De vraag: omdat de imams van de Moetazila het scheppen van kwaad als iets kwaads beschouwen, schrijven ze de schepping van ongeloof en dwaling niet toe aan Allah. Ze denken dat ze hierdoor Allah vrijwaren van tekortkomingen en gebreken. Echter, door hun overtuiging dat de mens de schepper is van zijn eigen kwaadaardige handelingen, belanden ze zelf in dwaling. Bovendien beweren ze dat een gelovige die een grote zonde begaat, zijn geloof verliest, omdat het geloof in Allah en het erkennen van de hel niet kunnen samengaan met het begaan van een dergelijke zonde. Ze onderbouwen hun bewering met de volgende verklaring: als iemand in deze wereld uit angst voor een relatief kleine gevangenisstraf zichzelf beschermt tegen overtredingen van de wet, maar tegelijkertijd het eeuwige lijden in de hel en de toorn van de Schepper niet serieus neemt en dergelijke grote zonden begaat, duidt dit op zijn ongeloof.
Het antwoord op de eerste stelling: zoals we het hebben uitgelegd in Het Zesentwintigste Woord, de verhandeling over het lot, dat het scheppen van kwaad op zichzelf niet kwaad is, maar het praktiseren ervan als kwaad wordt beschouwd. Dit komt doordat schepping betrekking heeft op universele gevolgen. Aangezien de aanwezigheid van kwaad vaak fungeert als een voorloper van talrijke goede gevolgen, kan de aanwezigheid van dat kwaad, gezien deze gevolgen, als positief worden beschouwd en zal het uiteindelijk leiden tot het goede. Neem bijvoorbeeld vuur, dat vele goede gevolgen met zich meebrengt. Men kan niet beweren dat de schepping van vuur kwaad is, simpelweg omdat men vuur voor zichzelf schadelijk maakt door zijn wil verkeerd te gebruiken. Evenzo heeft de schepping van duivels talrijke wijsheden bevattende gevolgen, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van de mens. Als iemand zich, vanwege het verkeerd gebruik van zijn wil, laat overmeesteren door duivel, kan hij niet beweren dat ‘de schepping van duivel’ kwaad is. Aldus verschijnt het kwaad niet vanwege het bestaan van de duivel, maar als gevolg van het verkeerd gebruik van de wil.